Afsluiting H4: Monniken en Ridders (2025)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Afsluiting H4: Monniken en Ridders

Dit heb je nodig:

• Je boeken.
  
• Je iPad
  
• Je schrift.
  
• Pen en markeerstiften

Deze les:

• Blooket
• Herhaling H4 + Oefenvragen
• Inzien toets H3 + tips en tops noteren
• Aan de slag: Leren, extra oefenen, vragen stellen

Aan het einde van deze les:

... heb je de kennis van H4 herhaalt.

... heb je geoefend met vragen.

... heb je de toets van H3 bekeken en voor jezelf tips en tops genoteerd.

... ben je klaar voor de toets van H4.

• Periode: Middeleeuwen : 500 - 1500
• Tijd van Monniken en Ridders : 500 - 1000
  (vroege Middeleeuwen)
• Tijd van Steden en Staten: 1000 - 1500
  (Late Middeleeuwen)

4.1: Leenheren en Leenmannen:

In deze paragraaf leer je:

1. Hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk.
2. Op welke manier Karel zijn rijk bestuurde
3. Hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood.
4. Welke plaats ridders hadden in de samenleving

Oefenvraag: Beschrijf het ontstaan van de politieke verdeeldheid na de dood van Karel de Grote.
Gebruik in je antwoord de begrippen erfelijk, leenman en achterleenman.

4.1: Leenheren en leenmannen:

Vaardigheden:

• Oorzaak / Gevolg
• Betrouwbaarheid van bronnen

4.2: Europa wordt christelijk:

In deze paragraaf leer je:

1. op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
2. hoe heel Europa christelijk werd
3. hoe de christelijke en Germaanse culturen werden vermengd
4. waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving

4.3: Machtige heren, halfvrije boeren.

Ieerdoelen:

• Je kunt uitleggen waarom boeren in de landbouwsamenleving in de tijd van monniken en ridders halfvrij waren.
• Je kunt uitleggen hoe de landbouw georganiseerd was.
  
• Je kunt beschrijven welke sociale verhoudingen er waren.
  
• Je kunt de beschrijven welke handel er was.
  

Oefenvraag: Vind je dat de makers van dit stripverhaal een goed beeld hebben gegeven van het leven op een domein? Leg je antwoord uit met twee bronelementen.

Belangrijk voor de toets:

• Gemarkeerde teksten in je informatieboek
• Begrippenlijst (zie SOM bij de toets)
• Aantekeningen, neem je schrift mee naar huis om te leren. 

Aan de slag:

• Bekijk de toets van H3, geef jezelf in elk geval 1 tip en 1 top en noteer dit op het papiertje, lever als je klaar bent dit papiertje in. 
  Klaar?
• Leren voor de toets (Blooket, boek, aantekeningen)
• Elkaar overhoren
• Extra oefenen? Herhaling en Test Jezelf uit je werkboek maken (alleen van paragraaf 4.1, 4.2 en 4.3).
• Vragen stellen, extra uitleg etc.