H2 LessonUp § 4.5 en 5.5 (Woordenlijsten)

Wat betekent dit?
Abominabel
A
Afschuwelijk, stuitend, bijzonder slecht
B
Raar, vreemd, stom
C
Apart, verdacht, opvallend
D
Geweldig, fantastisch, enorm leuk
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat betekent dit?
Abominabel
A
Afschuwelijk, stuitend, bijzonder slecht
B
Raar, vreemd, stom
C
Apart, verdacht, opvallend
D
Geweldig, fantastisch, enorm leuk

Slide 1 - Quiz

Wat betekent dit?
Transplantatie
A
Vervoer
B
Doorzichtig
C
Van geslacht veranderen
D
Overbrengen van orgaan naar ander (deel van) het lichaam

Slide 2 - Quiz

Wat betekent dit?
De staat
A
Rockgroep
B
Land met een centraal bestuur
C
Toestand waarin iets zich bevindt, hoe iets is
D
Manier waarop je iets moet doen

Slide 3 - Quiz

Wat betekent dit?
Achteloos
A
Gedachteloos, zonder erbij na te denken
B
Belachelijk, niet normaal
C
Serieus, iets waar je niet mee moet spotten
D
Precies het beeld dat je verwacht

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dit?
Inslaan als een bom
A
Het is geweldig
B
Op iemand jagen
C
Enorme opwinding veroorzaken
D
Bommen kopen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit?
Wijselijk
A
Handig
B
Verstandig
C
Goed om te doen
D
Verschrikkelijk

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit?
Een kleine portemonnee hebben
A
Weinig geld uitgeven
B
Geen geld hebben
C
Weinig geld hebben
D
Geen geduld hebben

Slide 7 - Quiz

Wat betekent dit?
Pathetisch
A
Overdreven hartstochtelijk, dramatisch
B
Triest, zielig
C
Op de huid, of juist eronder
D
Van kunststoffen gemaakt

Slide 8 - Quiz

Wat betekent dit?
De stellige overtuiging
A
Opgetuigde stellage
B
Belangrijke mening
C
Overtuiging/mening waarvan iemand héél zeker is
D
Vastgeroest onderstel

Slide 9 - Quiz

Wat betekent dit?
Prompt
A
Cursor
B
Meteen, direct
C
Gek, raar
D
Groot en rond

Slide 10 - Quiz

Wat betekent dit?
Finaal
A
Einde
B
Volkomen, totaal, volledig
C
Tweeledig
D
Uiteindelijk

Slide 11 - Quiz

Wat betekent dit?
Je einde nadert
A
Het moment dat je moet stoppen komt snel
B
Je bent bijna klaar
C
Er gaat iets vervelends gebeuren
D
Je bent stervende

Slide 12 - Quiz

Wat betekent dit?
Promoten
A
Reclame maken voor, aanbevelen
B
Je haalt een hoger diploma
C
Een biologisch proces in gang zetten
D
Een driepunter scoren

Slide 13 - Quiz

Wat betekent dit?
Consument
A
Iemand die raad geeft
B
Iemand die betaalt voor een product of dienst
C
Communist
D
Persoon die in een winkel loopt

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit?
Kreet
A
Gil of schreeuw
B
Uitspraak waarin iets kort gezegd wordt
C
Vogelsoort
D
Eiland

Slide 15 - Quiz

Wat betekent dit?
Stereotiep
A
Met twee luidsprekers
B
Een vreemd persoon
C
Precies het beeld dat je verwacht
D
Apparaat waarop je muziek af kunt spelen

Slide 16 - Quiz

Wat betekent dit?
Onfortuinlijk
A
Als je pech hebt
B
Met veel tegenslag
C
Ongelukkig
D
Zonder uitzondering

Slide 17 - Quiz

Wat betekent dit?
In het zonnetje zetten
A
Iemand prijzen, iemand complimenteren
B
Iemand buiten zetten
C
De was laten drogen
D
Op een stoel in de zon zitten

Slide 18 - Quiz

Wat betekent dit?
Lanceren
A
Een raket afschieten
B
Een lantaarn aansteken
C
Na koken afkoelen in water
D
Starten, bekendmaken

Slide 19 - Quiz

Wat betekent dit?
Permanent
A
Krulhaar
B
Stevig
C
Voortdurend
D
Statig

Slide 20 - Quiz

Wat betekent dit?
Falen
A
Je doel niet bereiken
B
Mislopen
C
Tekortschieten
D
Mislukken

Slide 21 - Quiz

Wat betekent dit?
Zich voor iemands karretje laten spannen
A
Iemand die in een kar zit vooruit trekken
B
Iets doen waar je zelf niet gelukkig van wordt
C
Alles toestaan
D
Jezelf voor de doelen van iemand anders laten gebruiken

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit?
Diagnose
A
Een behandeling voor een ziekte krijgen
B
Lichaamscel
C
Soort gnoom
D
Het vaststellen van een ziekte waaraan iemand lijdt

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit?
Ondersneeuwen
A
Nat worden
B
Bedolven raken
C
Hard glijden
D
Net voor een sneeuwbui thuis zijn

Slide 24 - Quiz

Wat betekent dit?
Kostwinner
A
Persoon die in een huishouden het meeste geld verdient
B
Persoon die de kost verdient
C
Persoon die altijd iets wint bij wedstrijden
D
Speler

Slide 25 - Quiz