De pvtt en het vd van een werkwoord kunnen hetzelfde klinken, maar je schrijft ze dan anders
(verdient, verdiend, besteed besteedt).
Kijk in zulke gevallen eerst of het te spellen woord een persoonsvorm is door de zin in een andere tijd te zetten. Een pv verandert dan (zij betaalt-> zij betaalde), een vd niet
(is betaald, was betaald, heeft geloofd, had geloofd).