Module 2 laatste les

Module 2 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Module 2 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
We zijn deze periode gestart met Module 2. In deze module kwamen alle facetten van het dagelijks leven aan bod. Dit waren de volgende thema's: ziek of beperkt, woonomgeving en voeding. 

Wat weten we nog over deze thema's en wat nemen jullie mee naar je stageplek? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Thema
Ziek of beperkt? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de betekenis van zelfredzaamheid?
A
Het vermogen om anderen te controleren
B
Het vermogen om altijd gelijk te hebben
C
Het vermogen om voor jezelf te zorgen
D
Het vermogen om niet te luisteren

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is zelfredzaamheid belangrijk?
A
Om afhankelijk te blijven van anderen
B
Om anderen te domineren
C
Om zelfstandig te kunnen functioneren in het dagelijks leven
D
Om altijd je zin te krijgen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van autonomie?
A
Gehoorzaamheid
B
Samenwerking
C
Onafhankelijkheid
D
Persoonlijke vrijheid

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke term betekent 'zelf beslissingen mogen nemen'?
A
Autonomie
B
Beperking
C
Gehoorzaamheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tegenovergestelde van autonomie?
A
Vrijheid
B
Onafhankelijkheid
C
Afhankelijkheid

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een persoon materieel afhankelijk? Geef een voorbeeld.

Slide 9 - Open question

Wanneer een persoon afhankelijk wordt van hulpmiddelen wordt hij materieel afhankelijk.

Leg het tegenovergestelde ook uit: immaterieel afhankelijk zijn. Als een cliënt afhankelijk is van andere mensen.  Heeft bijvoorbeeld een handje hulp nodig tijdens het douchen en aankleden. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Thema
Woonomgeving

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een cliënt moet kunnen wonen in een omgeving waarin hij zich thuis voelt, zowel in zijn eigen huis als in een instelling. 
We hebben het gehad over de gevolgen van een ziekte op de woonomgeving, een schoon en veilig huis, financiën en administratie en hoe creëer je een eigen sfeer. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het streven is om cliënten zo lang mogelijk thuis te laten wonen, welke hulpmiddelen kunnen ingezet worden om dit mogelijk te maken?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat houdt zelfregie in?
A
Het laten bepalen van je leven door toeval
B
Het volgen van de meningen van anderen
C
Het afhankelijk zijn van anderen voor beslissingen
D
Het hebben van controle over je eigen leven

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan drang worden toegepast om een cliënt te sturen?
A
Beperkte of niet helemaal kloppende informatie geven
B
Volledige en accurate informatie verstrekken
C
Hardhandig ingrijpen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de definitie van dwang?
A
Iemand vragen iets te doen
B
Iemand tegen zijn wil in iets laten doen
C
Iemand helpen iets te doen
D
Iemand iets laten doen met toestemming

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Is jouw kamer valpreventie-proof? Kun je een voorbeeld geven?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Thema
Voeding 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Als zorgverlener ben je in staat om verschillende cliënten praktisch te ondersteunen en gezond voedingsgedrag te stimuleren. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zorgen voor energie en warmte voor processen
Zorgen voor de opbouw van botten, spieren en huid en voor de groei en ontwikkeling van het lichaam
Zorgen voor bescherming en weerstand tegen ziekten
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Brandstoffen

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

De voedingsbehoefte is voor iedereen hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn oorzaken van ondergewicht?
A
Slikproblemen
B
Leefstijl
C
Eetstoornis
D
Verslaving

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Voedselallergie is......
A
Vorm van overgevoeligheid
B
Klacht over de smaak
C
Klachten over voeding
D
Is een ingrediënt

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een allergeen?
A
Alle eiwitten in voedingsstoffen
B
Antistoffen
C
Een stof die een allergische reactie veroorzaakt
D
Een stof die iemand niet mag eten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Dieet bij cliënten
Voorgeschreven door arts / diëtist
Bij over- of ondergewicht
Energieverrijkt of -beperkt
Andere (natrium, vezels, gluten)

Check juiste moment voor cliënt en schakel netwerk in!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

E-nummers
Zijn door de overheid toegestane en gecontroleerde stoffen die veilig zijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe komen roze koeken, fristi rood fruit en roze m&m's aan hun roze kleur
A
Fruit
B
Schildluizen
C
Rode wijn
D
Balsemico Azijn

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Had je niet gedacht hé

Slide 28 - Slide

“Het draait hier allemaal om de stof karmijnzuur”
Diëten
Energie-verrijkt dieet: Herstellen van ziekte
Energie-beperkt dieet: Afvallen
Eiwit-verrijkt dieet Herstellen van ziekte
Eiwit-beperkt dieet: bij nierproblemen en stofwisselingsziekten
Natrium-beperkt dieet: Te hoge bloeddruk, hartfalen, nierziekte
Voedingsvezelverrijkt dieet: Betere stoelgang, harde ontlasting
Glutenvrij dieet: Darmproblemen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat nemen jullie uit deze module mee naar je stageplek?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions