This lesson contains 38 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
RECHTSSTAAT
Slide 1 - Slide
Thema 4
Hoofdstuk 1 Rechtsstaat
Hoofdstuk 2 Rechtspraak
Hoofdstuk 3 Rechtszaken
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Hoe werkt een rechtstaat
Welke scheiding van de 3 machten zijn er?
Welke grondrechten er zijn
Slide 3 - Slide
Wanneer spreek je van een Rechtsstaat:
Een land waarin iedereen, hoe rijk of machtig hij/zij ook is, zich aan de wet moet houden
Slide 4 - Slide
Rechtsstaat
Overheid moet zich aan de wet houden
Burgers hebben grondrechten ()vastgelegd in de Grondwet)
Er bestaat een scheiding van machten
Onafhankelijke rechtspraak
De vier kenmerken:
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
De politie moet de wet handhaven, maar moet zich daarbij ook aan de wet houden.
geweld gebruiken.
Burgers hebben grondrechten, waaronder het recht om te demonstreren, maar moeten zich daarbij ook aan de wet houden. Mogen dus geen vernielingen aanrichten of geweld gebruiken.
Slide 7 - Slide
Trias Politica - basis van de rechtsstaat
Slide 8 - Slide
Scheiding der machten
(Trias Politica)
Uitvoerende macht
Wetgevende macht
Rechtelijke macht
zorgt ervoor dat wetten goed worden toegepast.
stelt wetten op om problemen in het land aan te pakken.
beoordeelt of wetten op een juiste manier worden nageleefd.
Slide 9 - Slide
Scheiding der machten
(Trias Politica)
Uitvoerende macht
Wetgevende macht
Rechtelijke macht
Regering (ministers)
Slide 10 - Slide
Wie is wie?
Slide 11 - Slide
Wat zijn klassieke of sociale grondrechten?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
Slide 14 - Slide
Uitzonderingen:
In bepaalde gevallen mag de overheid grondrechten inperken:
Om de veiligheid te garanderen
Om criminaliteit te bestrijden
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Uitzonderingen
Demonstreren is een grondrecht.
Waarom greep de politie hier dan toch in?
Slide 17 - Slide
(T)huiswerk
Werkboek
Blz. 161 opdracht 1 t/m 5
Slide 18 - Slide
RECHTSSPRAAK
Slide 19 - Slide
VANDAAG
Thema 4
Hoofdstuk 2 Rechtspraak
Taak van Rechters
Rechtsbronnen
Openbaar Ministerie
Slide 20 - Slide
Herhaling van vorige week
Slide 21 - Slide
Wanneer spreek je van een rechtsstaat?
Slide 22 - Slide
Wanneer spreek je van een Rechtsstaat:
Een land waarin iedereen, hoe rijk of machtig hij/zij ook is, zich aan de wet moet houden
Slide 23 - Slide
Trias politica
Slide 24 - Slide
Wat waren ook alweer klassieke en sociale grondrechten
Slide 25 - Mind map
Klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
Slide 26 - Slide
Rechtspraak
Het nemen van een beslissing
door een rechter in een conflict.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Voorwaarden voor een eerlijke rechtspraak
Rechters:
- behandelen iedereen gelijk
zijn onafhankelijk
zijn onpartijdig
zijn objectief
Slide 29 - Slide
Gelijkheid:
Iedereen is gelijk voor de wet.
Onafhankelijkheid:
niemand mag de beslissingen van de rechter
Onpartijdigheid:
de rechter is neutraal, staat boven de partijen
Objectiviteit:
de rechter moet zijn beslissingen baseren op feiten
Slide 30 - Slide
Wat zijn Rechtsbronnen?
A. Een wet, verdrag of andere bron waarop een rechter zijn uitspraak baseert.
de wet
B. Een internationaal verdrag
C. Jurisprudentie:
de verzameling van uitspraken die rechters eerder hebben gedaan.
Slide 31 - Slide
Openbaar Ministerie (OM)
De instantie die ervoor moet zorgen dat verdachten voor de rechter verschijnen.
De minister van Justitie is politiek verantwoordelijk voor het Openbaar Ministerie.
Officier van justitie
Werkt voor het OM.
Beslist of iemand voor de rechter moet komen.
Slide 32 - Slide
Privaatrecht:
regels over de relatie tussen personen, tussen organisaties of tussen personen en organisaties.
Publiekrecht:
regels over de relatie tussen burgers en de overheid.
- staatsrecht - bestuursrecht - strafrecht
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Hoofdstuk 3: rechtzaak
Wat is een rechtszaak?
Wat is hoger beroep?
Hoe verloopt een strafzaak?
Alle informatie komt voorbij in het volgende filmpje