P 1 Ziekteoorzaken

M1W1
6
3
ziekteoorzaken
TM module 1
1 / 49
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

M1W1
6
3
ziekteoorzaken
TM module 1

Slide 1 - Slide

3 ziekteoorzaken
LEERDOELEN...
  • Je legt uit wat oorzaken van ziekte zijn en kan dat toelichten met een voorbeeld
  • Je legt uit op welke drie manieren erfelijke ziekten worden overgedragen
  • Je geeft met voorbeelden aan wat niet-erfelijke afwijkingen zijn

Slide 2 - Slide

de oorzaak van ziekte komt...
  • vanuit het lichaam (endogeen)
  • vanuit de omgeving (exogeen)
  • onbekend
3
ziekteoorzaken

Slide 3 - Slide

als een ziekte een endogene oorzaak heeft, komt dat door...
  1. een erfelijke afwijking
  2. een niet-erfelijke afwijking (prenataal of perinataal)
3.1
ziekte door inwendige oorzaken

Slide 4 - Slide

1 er is iets misgegaan met het erfelijk materiaal (DNA)

  • het kind krijgt een afwijkend gen van vader of moeder (overerven)
3.1.1
erfelijke ziekten

Slide 5 - Slide

a) dominante overerving

  • wanneer het gen voorkomt, wordt iemand ziek (50% kans op ziekte)
3.1.1
erfelijke ziekten

Slide 6 - Slide

b) recessieve overerving

  • wanneer het gen voorkomt, is iemand drager (= wel het gen, maar niet ziek)
  • 25% kans op ziekte (als beide ouders het gen overdragen)
3.1.1
erfelijke ziekten

Slide 7 - Slide

c) geslachtsgebonden overerving

  • op het X- of Y-chromosoom zit het afwijkende gen
  • het geslacht (m/v) bepaalt of de ziekte openbaart
3.1.1
erfelijke ziekten

Slide 8 - Slide

2 er is iets misgegaan tijdens de zwangerschap (prenataal)

  • hoge bloeddruk
  • infectie
  • blijven gebruiken van alcohol, medicijnen en roken
3.1.2 aangeboren,
niet-erfelijke afwijkingen

Slide 9 - Slide

a) gebeurt er iets in de embryonale fase (0 - 12 wk)...
  • dan is er iets in de aanleg van organen verstoord
  • of zal de moeder het embryo loslaten (abortus)
3.1.2 aangeboren,
niet-erfelijke afwijkingen

Slide 10 - Slide

b) gebeurt er iets in de foetale fase (12 - 40 wk)...
  • dan is er iets in de rijping van organen verstoord
  • of zal de moeder de foetus alsnog loslaten (abortus)
3.1.2 aangeboren,
niet-erfelijke afwijkingen

Slide 11 - Slide

b) gebeurt er iets in de foetale fase (12 - 40 wk)...
  • infectie bij moeder
  • straling bij moeder
  • medicijngebruik
  • roken, middelengebruik
  • zwangerschapssuiker
  • zwangerschapsvergiftiging
3.1.2 aangeboren,
niet-erfelijke afwijkingen

Slide 12 - Slide

3 er is iets misgegaan rondom de bevalling (perinataal)

  • (veel) te vroeg bevallen
  • zuurstofgebrek
3.1.2 aangeboren,
niet-erfelijke afwijkingen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

  1. lees de casus van Anton
  2. wat is een dominant erfelijke aandoening?
  3. tik in de zoekbalk van erfelijkheid.nl de ziekte in en geef antwoord op: waar ligt het Huntington (HTT) gen? wat is er met dat gen aan de hand?  wat is het gevolg van dit gen?
  4. welke oorzaak heeft de depressie van Carlijn?
  5. Zou jij je laten testen als je Carlijn was??
niet zomaar een ziekte...
Anton

Slide 15 - Slide

  • aanleg hebben, gevoelig of vatbaar zijn voor een bepaalde ziekte
  • in de genen is deze aanleg aanwezig
  • dit heet predispositie
3.1.3
predispositie

Slide 16 - Slide

sommige prikkels uit de omgeving zijn schadelijk
3.2 ziekte door uitwendige oorzaken

Slide 17 - Slide

1 een aangerichte beschadiging
3.2.1
mechanische oorzaken

Slide 18 - Slide

2 door een natuurkundig verschijnsel...
  • temperatuur
  • geluid
  • stroom en straling
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 19 - Slide

door een natuurkundig verschijnsel...
  • een te hoge of lage temperatuur
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 20 - Slide

door een natuurkundig verschijnsel...
  • een te hard geluid
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 21 - Slide

door een natuurkundig verschijnsel...
  • een stroom ongeval
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 22 - Slide

door een natuurkundig verschijnsel...
  • door straling
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 23 - Slide

door een natuurkundig verschijnsel...
  • door te hoge of lage lucht- of waterdruk
3.2.2
fysische oorzaken

Slide 24 - Slide

3 door chemische stoffen...
  • luchtvervuiling
  • medicijnen
  • alcohol, drugs
3.2.3
chemische oorzaken

Slide 25 - Slide

door chemische stoffen die schade kunnen toebrengen...
  • medicijnen (nier- en leverproblemen)
  • gevaarlijk bij overdosering
3.2.3
chemische oorzaken

Slide 26 - Slide

door chemische stoffen die schade kunnen toebrengen...
  • alcohol, drugs (schade voor brein, lever)
  • groot verslavend effect
3.2.3
chemische oorzaken

Slide 27 - Slide

4 inname niet afgestemd op de behoefte...
  • ondervoeding
  • overvoeding
  • besmette voeding
3.2.4
verkeerde voeding

Slide 28 - Slide

te weinig inname = ondervoeding...
  • als er geen voedsel is
  • als er eenzijdig voedsel is
  • als men niet wilt eten
3.2.4
verkeerde voeding

Slide 29 - Slide

te veel inname = overvoeding...
  • obese is overgewicht bij bmi hoger dan 30
3.2.4
verkeerde voeding

Slide 30 - Slide

voedselvergiftiging...
  • via besmet voedsel komen ziektekiemen in het lichaam
3.2.4
verkeerde voeding

Slide 31 - Slide

5 een ander organisme komt het lichaam binnen = ziekteverwekkers...

  1. macro-organismen
  2. micro-organismen
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 32 - Slide

1 macro-organismen zie je met het blote oog...
  • luis, teek
  • vlo, worm
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 33 - Slide

2 micro-organismen zijn te klein om te kunnen zien...

  • dierlijk
  • plantaardig
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 34 - Slide

dierlijke ziekteverwekkers...
  • parasieten, door insecten of wormen
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 35 - Slide

plantaardige ziekteverwekkers
a) bacterie
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 36 - Slide

plantaardige ziekteverwekkers
b) schimmel
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 37 - Slide

plantaardige ziekteverwekkers
c) virus
3.2.5
biologische oorzaken

Slide 38 - Slide

6 een prikkel die een overdreven afweerreactie van het lichaam geeft
3.2.6
allergische oorzaken

Slide 39 - Slide

  • klachten kunnen tot uitval van organen leiden
  • soms is er aanleg om allergisch te reageren (atopische allergie)
3.2.6
allergische oorzaken

Slide 40 - Slide

7 nieuwvorming is het ontwikkelen van een gezwel (tumor)
3.2.7
nieuwvormingen

Slide 41 - Slide

een gezwel is goedaardig als...
  • de cellen bij elkaar blijven
  • niet uitzaaien (elders in het lichaam nieuwe gezwellen veroorzaken)
3.2.7
nieuwvormingen
goedaardig gezwel
G
kwaadaardig gezwel
K

Slide 42 - Slide

een gezwel is kwaadaardig als...
  • de cellen losraken
  • de cellen uitzaaien
  • dit heet kanker
3.2.7
nieuwvormingen
goedaardig gezwel
G
kwaadaardig gezwel
K

Slide 43 - Slide

8 bij een psychische oorzaak heeft een gebeurtenis grote impact...
  • dit is van invloed op het denken en de emoties
3.2.8
psychische oorzaken

Slide 44 - Slide

er zijn vier algemene groepen...
  1. angst stoornissen
  2. stemming stoornissen
  3. realiteit stoornissen
  4. stoornissen in de persoonlijkheid
3.2.8
psychische oorzaken

Slide 45 - Slide

9 bij een sociale oorzaak komen de klachten door de omgang met elkaar...
  • dit is van invloed op het denken en de emoties
3.2.9
sociale oorzaken

Slide 46 - Slide

10 soms is de oorzaak van een ziekte onbekend
3.3 ziekten door onbekende oorzaak

Slide 47 - Slide

soms vallen afweercellen eigen lichaamscellen aan, waarbij de oorzaak niet meer te achterhalen is...
  • auto-immuunziekte
3.3 ziekten door onbekende oorzaak

Slide 48 - Slide

ziekteverwekkers kunnen muteren om zo opnieuw de aanval bij de mens te openen...
  • voorbeelden: griep, covid, resistente bacterie (mrsa)
3.3 ziekten door onbekende oorzaak

Slide 49 - Slide