Bereken de helling van bovenstaand huis. Schrijf je berekening op.
Slide 6 - Slide
Bereken de helling van het huis hiernaast. Schrijf je berekening op.
Helling=(AB)(BC)
Helling=15(0,6)=0,04
Tan∠A=aanliggende(overstaande)
Slide 7 - Slide
Bereken in één decimaal hoeveel graden hoek A is. Schrijf je berekening op.
Tan∠A=15(0,6)=0,04
∠A=2,29....°
∠A=2,3°
Slide 8 - Slide
Hierboven zie je een boombank die bestaat uit 6 gelijke delen waar je op kunt zitten. De binnen en buitenrand van de boombank hebben de vorm van een regelmatige zeshoek.
Hierboven zie je een deel van de regelmatige zeshoek.
Opgave 5Blz. 83
Slide 9 - Slide
In de tekening is te zien dat AD = 120 cm, BD = 80 cm en DE = 120 cm.
Bereken BC. Schrijf ook je berekening op!
Slide 10 - Slide
In de tekening is te zien dat AD = 120 cm, BD = 80 cm en DE = 120 cm.
Bereken BC.
Driehoek ABC is een gelijkzijdige driehoek, dus de hoeken zijn even groot en de zijden zijn even lang.
Dus AB = BC = AC
Dus BC = 120 + 80 = 200 cm
Slide 11 - Slide
BC = 200 cm. Bereken de oppervlakte van het figuur hierboven.
S
Slide 12 - Slide
BC = 200 cm. Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast.
BS = (200 - 120) : 2 = 40 cm
DS=√(80)2−(40)2=69,28...
Opp.driehoek=21⋅40⋅69,28=1358,64cm2
Opp.rechthoek=120⋅69,28=8313,84cm2
Tot.opp.=2⋅1385,64+8313,84=11085cm2
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Bereken de gemiddelde snelheid van die eendjes in km/uur.
Slide 16 - Slide
Bereken de gemiddelde snelheid van die eendjes in km/uur.