What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
venir
Bonjour!
Aujourd'hui:
Venir -> in drie tijden:
présent,
passé composé et imparfait
Na deze les weet je:
* Hoe je venir vervoegt
* Hoe je de passé composé kunt maken met venir
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour!
Aujourd'hui:
Venir -> in drie tijden:
présent,
passé composé et imparfait
Na deze les weet je:
* Hoe je venir vervoegt
* Hoe je de passé composé kunt maken met venir
Slide 1 - Slide
Wat betekent Venir?
Kijk naar de zinnen op het bord
- Tu
viens
à mon anniversaire?
- Je
viens
de Rotterdam.
- Vous
venez
à dix heures du matin.
Venir =
Slide 2 - Slide
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
venir
viens
venons
viennent
Présent
onregelmatig
Slide 3 - Slide
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
venir
viens
viens
vient
venons
venez
viennent
komen
ik kom
jij komt
hij/zij/men komt
wij komen
jullie komen *
zij komen
*'vous' ook U
voltooid deelwoord:
venu
Slide 4 - Slide
Welke ingredienten heeft de passé composé?
(voltooid tegenwoordige tijd)
Slide 5 - Slide
De passé composé is altijd met zijn 2:
avoir of être
+
voltooid deelwoord
In het Nederlands zeggen we :
Ik ben gekomen -> in het Frans met een vorm van
être
:
Je suis venu
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Tu ________ à ma maison?
1
présent
A
es venu
B
vient
C
venu
D
viens
Slide 10 - Quiz
Avant, elle (présent) me voir souvent.
2
A
venons
B
est venu
C
vient
D
est venue
Slide 11 - Quiz
Nous (présent) à vous.
3
A
venons
B
vienons
C
venions
D
venirions
Slide 12 - Quiz
4. Elles (présent) avec nous.
4
A
viennent
B
venent
C
venait
D
venaient
Slide 13 - Quiz
Marie ________________ à ma maison.
1
De passé composé
A
est venu
B
a venue
C
est venue
D
est venues
Slide 14 - Quiz
Bruno _____________ à quatre heures.
2
A
a venu
B
as venu
C
est veni
D
est venu
Slide 15 - Quiz
Elles _________ avec lui.
3
A
sont venues
B
est venu
C
a venues
D
a venue
Slide 16 - Quiz
Tu ________ à sa fête.
4
A
est venu
B
es venu
C
as venu
D
ai venu
Slide 17 - Quiz
1. Marie en Sophie zijn gekomen.
Slide 18 - Open question
2. Zij komt.
Slide 19 - Open question
3. Jij komt ook?
Slide 20 - Open question
MAINTENANT
Telefoon weg!!!
Faire (maken)
29 acd + 30cdf
Slide 21 - Slide
More lessons like this
3H- venir bron H ch5
March 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H- venir bron H ch5
May 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 5: venir
June 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 2H C- Venir
October 2024
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3havo ch5 bron H venir
May 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3E: 12-03-24 - Herhaling Delend lidwoord en werkwoord venir
March 2024
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
venir
March 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3Havo - Venir présent en passé composé
February 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3