Hoofdstuk 4 4.3. 4.5. Het Christendom en einde Frankische rijk

Par. 4.3 Het Christendom in Europa
Deze paragraaf gaat over "Kerstening" van Europa in de vroege middeleeuwen.
De Katholieke kerk o.l.v. de Paus zorgde er samen met de Frankische koningen (o.a. Karel de grote) voor dat Europa snel Christelijk werd. Overal de Missionarissen hun bekering werk en verschenen kerken en Kloosters en bidden mensen tot 1 god, i.p.v. meerdere goden. Rond het Jaar 1000 na Christus is de Kerstening (= christelijk worden) van Europa voltooid. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Par. 4.3 Het Christendom in Europa
Deze paragraaf gaat over "Kerstening" van Europa in de vroege middeleeuwen.
De Katholieke kerk o.l.v. de Paus zorgde er samen met de Frankische koningen (o.a. Karel de grote) voor dat Europa snel Christelijk werd. Overal de Missionarissen hun bekering werk en verschenen kerken en Kloosters en bidden mensen tot 1 god, i.p.v. meerdere goden. Rond het Jaar 1000 na Christus is de Kerstening (= christelijk worden) van Europa voltooid. 

Slide 1 - Slide

Het Christendom in Europa
Een aparte plek neemt het christendom in. In de middeleeuwen was geloof erg belangrijk. Iedereen geloofde in god. De katholieke kerk onder leiding van de Paus regelde het geloof van miljoenen Europeanen. "Wie er naar de hemel gaat en wie naar de hel", was de vraag die iedereen bezig hield.

Slide 2 - Slide

Christendom =
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 3 - Quiz

Wie was het hoofd van de katholieke kerk?
timer
0:20
A
Bisschop
B
Paus
C
Kardinalen
D
Priester

Slide 4 - Quiz

Wat is een missionaris?
en noem een bekende missionaris
A
Iemand die naar andere gebieden trok om mensen te bekeren naam: Willibrord
B
Iemand die voor de kerk werkte naam: Karel de Grote
C
Iemand die in een ander geloof dan het christendom geloofde naam Bonifatius
D
Iemand die voor de boeren werkte naam; Constantijn de Grote

Slide 5 - Quiz

begrippenoefening;
 Personen benoemen en begrippen verklaren en definiëren. 
Dia 6 tot en met 10 van de presentatie par. 4.3 Het Christendom.
Volg bij deze oefening begrippen verklaren de onderstaande volgorde 1 tot en met 5. Zodat je eerst leest, dan begrippen/personen opschrijven en dan de begrippen en personen gaat verklaren. Mocht je tijdens het lezen de tekst erg lastig vinden kijk dan oo de filmpjes op Dia 2 en 3 die geven uitleg over de tekst en de begrippen.  
1. Lees de tekst in lesson up Dia 7 tot en met 11, Hoofdstuk 4 par. 4.3;  "het Christendom". 
2. Noteer de Begrippen = dikgedrukte woorden uit de tekst.        3. Noteer de Personen/namen uit de tekst.
4. Lees in Learnbeat par. 4.3;  D. Theorie "de Kerk en de Geestelijken " en noteer de blauw gedrukte woorden (dit zijn bijna dezelfde voorden als in de dia's van Lesson up staan.) Als je deze al niet had opgeschreven vanuit de dia's in lesson up (dus check of de blauwgedrukte woorden uit Learnbeat en de dikgedrukte woorden uit de Dia's in Lesson up overrenkomen.
5. Schrijf achter 'de begrippen die je hebt genoteerd de betekenis hiervan, dit kan je vinden in de dia's uit Lesson Up, of de tekst  in Learnbeat Par. 4.3 D, Theorie ).'
6. Schrijf achter de namen/personen wie ze zijn en wat ze hebben gedaan zodat ze in de geschiedenisboeken vermeld staan. 
7. Schrijf nu een korte samenvatting van de begrippen en de tekst van Par. 4.3. van maximaal 10 zinnen,/regels. Doe dit door de begrippen en namen samen te voegen tot een verhaal, dat de lading en inhoud van de paragraaf goed weergeeft 
Vraag Waarover gaat de paragraaf, wie (personen/namen)  en wat (begrippen/gebeurtenissen)  komen daar in voor en wat is het gevolg van de gebeurtenissen voor de geschiedenis. = Conclusie! 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide