Afnemersgedrag H3 verk.trj. koopmotieven

Hoofdstuk 3 boek verkooptraject
uit de vorige les 

Koopmotieven

1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 boek verkooptraject
uit de vorige les 

Koopmotieven

Slide 1 - Slide

Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste een persoonlijkheid factor?
A
Het opleidingsniveau van een persoon
B
De sociale omgeving waarin een persoon verkeert
C
De stabiele eigenschappen die invloed hebben op iemands gedrag
D
De interactie met anderen in een professionele context

Slide 2 - Quiz

Wat bepaalt voor een groot deel iemands motivatie om in bepaalde behoeften te voorzien?
A
De sociale omgeving waarin iemand leeft
B
Iemands persoonlijkheid en psychologische kenmerken
C
Het opleidingsniveau van een persoon
D
De financiële situatie van iemand

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een persoonlijkheidskenmerk?
A
Iemand die altijd sociaal contact opzoekt
B
Iemand die altijd op tijd wil zijn
C
Iemand die goed met cijfers is
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

Wat zijn interpersoonlijke factoren?
A
Factoren die te maken hebben met iemands functie in een organisatie
B
Factoren die spelen tussen een persoon en andere mensen
C
De culturele waarden die iemand overneemt uit zijn omgeving
D
De invloed van reclame op het koopgedrag van een persoon

Slide 5 - Quiz

Welke factor hoort niet bij interpersoonlijke factoren?
A
Cultuur
B
Persoonlijkheid
C
Referentiegroepen
D
Gezinslevenscyclus

Slide 6 - Quiz

Welke groep kan worden gezien als een subcultuur?
A
Jongeren die hipster-kleding dragen
B
Mensen met een Friese achtergrond
C
Aanhangers van een religieuze stroming
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 7 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen zakelijke klanten en consumenten?
A
Zakelijke klanten vertegenwoordigen een organisatie en consumenten niet
B
Consumenten worden meer beïnvloed door cultuur dan zakelijke klanten
C
Zakelijke klanten hebben geen emoties tijdens het aankoopproces
D
Consumenten zijn altijd rationeel, zakelijke klanten niet

Slide 8 - Quiz

Welke persoonlijkheid factor is het meest relevant bij het ontwerpen van een reclamecampagne?
A
Openheid, omdat dit bepaalt of klanten nieuwsgierig zijn naar nieuwe producten.
B
Consciëntieusheid, omdat dit bepaalt of klanten financiële beslissingen zorgvuldig overwegen.
C
Extraversie, omdat dit bepaalt of klanten positief reageren op sociale interactie in reclame.
D
Alle bovenstaande factoren kunnen relevant zijn, afhankelijk van de doelgroep.

Slide 9 - Quiz

Hoe kan een subcultuur het koopgedrag van een klant beïnvloeden?
A
Het bepaalt volledig wat iemand wel en niet koopt.
B
Het beïnvloedt alleen de sociale status van de klant
C
Het biedt een referentiekader voor wat als normaal en acceptabel wordt gezien binnen de groep.
D
Het speelt geen rol bij individuele beslissingen.

Slide 10 - Quiz

Hoe verschilt de invloed van cultuur van die van een referentiegroep op het koopgedrag?
A
Cultuur beïnvloedt alleen grote groepen mensen, terwijl referentiegroepen individuen beïnvloeden.
B
Cultuur is aangeleerd gedrag, terwijl referentiegroepen gebaseerd zijn op directe interactie.
C
Referentiegroepen hebben altijd een grotere invloed dan cultuur.
D
Cultuur speelt geen rol in individuele koopbeslissingen.

Slide 11 - Quiz