Hoofdstuk 5 par. 3 Werken met weerstanden Deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5

Schakelingen

Paragraaf 5.3

Werken met

weerstanden

Deel 2

Reflectie 

Werken met weerstanden

Deel 1

Weerstanden in een serieschakeling

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
U1 = 7 Volt; U = 15 Volt.

Hoe groot is U2?

1. 7 V
2. 15 V
3. 22 V
4. 8 V

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
U1 = 7 Volt; R1 en R2 zijn aan elkaar gelijk.

Hoe groot is U?

1. 7 V
2. 14 V
3. 0 V
4. 14Ω

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm.
U = 12 Volt
Hoe groot is U1?

1. 8 V
2. 4 V
3. 12 V
4. 6 V

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm.
U = 12 Volt
Hoe groot is I?

1. 0,12 A
2. 0,06 A
3. 0,04 A
4. 2,48 A

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm.
U 1 = 6 Volt
Hoe groot is I1?

1. 0,03A
2. 0,06 A
3. 0,04 A
4. 0,09 A

In de schakeling hiernaast gelden de
volgende gegevens:
R1 = 175 Ohm en R2 = 225 Ohm.
Hoe groot is Rv?

1. 400Ω
2. 50Ω
3. 200Ω
4. 225Ω

Samengevat in een serieschakeling:

• Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  
• De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
• De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
• Je kunt hier de wet van 

       ohm ook toepassen...

R=​I​​U​​

Lesdoelen deel 2:

• Weerstand berekenen van weerstanden in parallel
• Uitleggen hoe stroom in een parallelschakeling werkt
• Uitleggen hoe spanning in een parallelschakeling werkt
• De wet van ohm gebruiken om onbekende waarde in een parallelschakeling te bepalen.

00:46

Wat verwacht je?
Als de tweede weerstand wordt aangesloten zal de stroomsterkte door de bovenste weerstand.......

1. toenemen
2. afnemen
3. gelijk blijven

01:42

Wat verwacht je?
Nu de tweede weerstand is aangesloten zal de totale stroomsterkte in deze schaking........

1. zijn toegenomen
2. zijn afgenomen
3. gelijk zijn gebleven

02:34

Er zijn twee weerstanden aangesloten.
Een weerstand van 1000 Ohm en een weerstand van 100 Ohm. De totale weerstand blijkt 91 Ohm te zijn.
Wat valt je op?

02:41

Dus in een parallelschakeling is de spanning over elke weerstand...........

Weerstanden in parallelschakeling

Vervangings-weerstand

​R​tot​​​​1​​=​R​1​​​​1​​+​R​2​​​​1​​+​R​3​​​​1​​+...

Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.

Een rekenvoorbeeld

Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

​Rv​​1​​=​R1​​1​​+​R2​​1​​

Een rekenvoorbeeld

Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

​Rv​​1​​=​R1​​1​​+​R2​​1​​

​Rv​​1​​=​5​​1​​+​10​​1​​=0,3

Een rekenvoorbeeld

Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.

​Rv​​1​​=​R1​​1​​+​R2​​1​​

​Rv​​1​​=​5​​1​​+​10​​1​​=0,3

Rv=​0,3​​1​​=3,33Ω

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?

1. 3,3Ω
2. 5Ω
3. 10Ω
4. 15Ω

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?

1. 1,2Ω
2. 2,4Ω
3. 1,4Ω
4. 6Ω

Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?

1. 1Ω
2. 3Ω
3. 3,3Ω
4. 9Ω

Stroomsterkte in een parallelschakeling 

De stroom verdeelt 

zich over de 

verschillende takken.

Dus

I​tot​​=I​1​​+I​2​​+I​3​​+...

Zie de schakeling hiernaast. De totale stroomsterkte is 5 A.
Wat is de stroom in I1?

1. 1,2 A
2. 1,9 A
3. 5 A
4. 81 A

In de schakeling hiernaast heeft 2R een weerstand die twee keer zo groot is als die van R. De totale stroomsterkte is 5A
Wat is de stroomsterkte in I2?

1. 1,7 A
2. 3,3 A
3. 5 A

De spanning in een parallelschakeling

Over elk onderdeel in een parallelschakeling  

staat de volledige spanning.

Samenvatting:

• Weerstanden in parallel 

• De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
• De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.

​R​tot​​​​1​​=​R​1​​​​1​​+​R​2​​​​1​​+​R​3​​​​1​​+...

Opdracht

Maak nu alle vragen van par. 5.3 op de site af.

(de plusvragen hoeven niet)