Les 5 P12

Donderdag 24 oktober
Welkom allemaal!
Kijk op de plattegrond waar je mag zitten.
Pak vast je schrift en werkboek.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 24 oktober
Welkom allemaal!
Kijk op de plattegrond waar je mag zitten.
Pak vast je schrift en werkboek.

Slide 1 - Diapositive

Planning
Periode 1 
Lezen = klaar
Poëziedossier = klaar of afmaken vrijdagochtend 8.15 - 9.00 uur!
Vervolg werkwoordspelling normering circa 75%!
Werkwoordspellingtoets gepland op woensdag 25 november

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je leert de persoonsvormen in samengestelde zinnen spellen.

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
Rahim zit op voetbal en hij wil nog op tennis, zodat hij ook binnen kan sporten. 
Wat zijn de persoonsvormen in deze zin? 
Hoe vind je die?

Slide 4 - Diapositive

Antwoord
Rahim zat op voetbal en hij wilde nog op tennis, zodat hij ook binnen kon sporten.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
Enkelvoudige zinnen: zinnen met één persoonsvorm
Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen

Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen
Probeer welke je ww je van tijd kan veranderen.
Kan de ww van tijd veranderen? Dan heb je te maken met een pv.
De andere werkwoorden zijn infinitieven, voltooide deelwoorden of onvoltooide deelwoorden. 

Slide 6 - Diapositive

Afkortingen
pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd > houdt, vindt, praat
pvvt = persoonsvorm verleden tijd > wandelde, liep, brandde
gw = gebiedende wijs > loop, denk, stop
Inf = infinitief > lopen, fietsen, werken
vd = voltooide deelwoord > gebeurd
od = onvoltooide deelwoord > lachend
bn = bijvoeglijk naamwoord > overvallen (man)

Slide 7 - Diapositive

Hoe zit dan in deze zin?
Rahim zit op voetbal en hij wil nog op tennis, zodat hij ook binnen kan sporten. 
Hebben we hier te maken met infinitieven (hele werkwoorden), voltooide deelwoorden of onvoltooide deelwoorden. 
Kijk in je schrift en vul aan welk werkwoord je ziet en benoem het ww:
Infinitief, voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.

Slide 8 - Diapositive

Oefening: 
inf, pvtt, pvvt, gw, vd, od of bn
Als je niet beter (leert) voor die toets, (moet) je niet (verwachten), dat je een hoog cijfer (haalt)

(Denkend) aan zijn bewonderde Holland (zag) de dichter traag stromende rivieren door het vlakke landschap (gaan)
.








Slide 9 - Diapositive

Antwoorden
Als je niet beter (leert = pvtt) voor die toets, (moet = pvtt) je niet (verwachten = inf), dat je een hoog cijfer (haalt = pvtt)


(Denkend = od) aan zijn bewonderde Holland (zag = pvvt) de dichter traag stromende rivieren door het vlakke landschap (gaan = inf)

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Morgen aan het einde van de les is af:
Cursus 7 P12 opdracht 2, opdracht 3 en opdracht 5.2

Slide 11 - Diapositive