Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
H3 Werkloos
§3.1 Werk over en te kort
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
herhaling paragraaf 2.6 (5 min)
behandelen paragraaf 3.1 (15 min)
zelfstandig werken (15 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat aanbod en vraag naar arbeid is.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een krappe en ruime arbeidsmarkt.
Ik kan vertellen wie bij de beroepsbevolking horen.
Slide 4 - Diapositive
Waarom kunnen bedrijven hun concurrentiepositie verbeteren door innovatie?
A
Ze kunnen goedkoper produceren door innovatie
B
De kwaliteit van producten kunnen verbeteren door innovatie
C
Innovatie zorgt voor meer concurrentie.
D
Geen van alle
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Aanbod van arbeid = Beroepsbevolking
beroepsbevolking = aanbod van arbeid
Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 75 jaar. Die betaald werk hebben of betaald werk zoeken.
Horen jullie bij de beroepsbevolking?
Slide 7 - Diapositive
Vraag naar arbeid = Werkgelegenheid
Wie vragen er naar werk?
Werkgelegenheid = Vraag naar arbeid
Overheid en bedrijven:
-Banen die vervuld zijn
-Vacatures : onbezette arbeidsplaatsen
Slide 8 - Diapositive
Vraag naar arbeid = Werkgelegenheid
Werkgelegenheid = Vraag naar arbeid
Overheid en bedrijven:
-Banen die vervuld zijn
-Vacatures : onbezette arbeidsplaatsen
Slide 9 - Diapositive
Wie van de onderstaande hoort NIET bij aanbod van arbeid?
A
Kees die werkt bij new york pizza
B
Lara die ober is bij een restaurant
C
Mats die een eigen stukadoorsbedrijf heeft met personeel
D
Ik die leraar ben op het Reeshofcollege
Slide 10 - Quiz
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.
Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.
Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.
Slide 11 - Diapositive
Werkgelegenheid
Het wordt gemeten in arbeidsjaren (arbeidsvolume) of in aantallen personen
--> arbeidsjaar: fulltime baan op jaarbasis
Slide 12 - Diapositive
Vraag naar werk (werkgevers) berekenen in arbeidsjaren
Slide 13 - Diapositive
Er werken 20 full-time krachten (36 uur/week). en 10 parttimers die gezamenlijk 300 uur werken per week. Wat is de werkgelegenheid in arbeidsjaren?