Oefenen tempoNu gaan wij zelf ook papier animeren! Wanneer je iets animeert dan breng je iets in beweging. Wij gaan papier in beweging brengen.
Maar hoe iets beweegt kan natuurlijk heel verschillend zijn. We onderzoeken vandaag het tempo: beweegt iets heeeeel laaaaaangzaam of juist HEEL SNEL?!
Laten we eens wat tempo soorten onderzoeken. We doen een spel!
Ga met zijn allen in een kring staan
Roep een dier en wijs een leerling aan. Deze leerling moet vervolgens het dier nadoen. De rest van de klas roept of dit SNEL of laaaangzaam is.
De leerling die is geweest mag dan een dier bedenken en een leerling uit de kring aanwijzen.
Herhaal dit totdat je denkt dat het begrip tempo er goed in zit bij de leerlingen.
Goed. We snappen nu dat dieren snel of langzaam bewegen. Zo is dit natuurlijk ook met andere voorwerpen. Denk maar aan voertuigen zoals een auto, of een rolstoel, een fiets of een speedboot!
Maar hoe werkt dit dan in stop-motion? Hoe zou je iets snel kunnen laten bewegen en hoe langzaam?
We doen nog een oefening!
Oefening 2.
Laat de leerlingen in dezelfde kring staan. Wijs 1 leerling aan. Deze leerling moet langzaam naar de andere kant van de kring lopen. Terwijl de leerling loopt klappen jullie met zijn allen in de maat: 1, 2, 3, etc. Hoeveel klappen had deze leerling nodig om naar de overkant te komen? (Veel klappen)
Nu wijs je een andere leerling aan. Deze leerling moet snel naar de overkant van de kring lopen. Terwijl de leerling dit doet klappen jullie met zijn allen in de maat: 1, 2, 3, etc. Hoeveel klappen had deze leerling nodig om naar de overkant te komen? (Weinig klappen)
Klappen is eigenlijk hetzelfde als een foto nemen in deze opdracht.. Dus elke keer denk je na: beweegt iets langzaam, dan maak je veel klappen (foto's) en beweegt iets snel dan maak je weinig klappen (foto's).