Pro OK1 woordsoorten, onderwerp en hoofdgedachte

Herhaling leerstof

Grammatica 
woordsoorten


1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling leerstof

Grammatica 
woordsoorten


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- je kent onderstaande woordsoorten
- je kunt woorden van een zin indelen in woordsoorten
- je herkent het onderwerp en de hoofdgedachte in een tekst.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordsoorten

werkwoord = ww
lidwoorden = lw,
zelfstandig naamwoord = znw,
bijvoeglijk naamwoord = bnw,
voorzetsel = vz,


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
Werkblad: - Je zet de afkortingen van de woordsoorten onder                               de
zinnen.
Werkboek Via Vooraf: Thema 5 Hoofdstuk 3 Lezen 
                                              opdracht 1, 2  en 3 op blz 164 - 168

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld
van een zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

noem de lidwoorden

Slide 6 - Carte mentale

Wat weet je nog van het filmpje dat je hebt bekeken?

Mensen, dieren, dingen, planten
Meestal kun je ze aanwijzen, aanraken.
Meestal kun je ze:
- verkleinen
- in het enkelvoud en meervoud zetten
- lidwoord ervoor zetten

Bijzondere vorm: eigennamen (met hoofdletter!)

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoort is "de" in deze zin?:
De hond klom over de muur.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het woord naar de juiste woordsoort
De
handschoen
was
nat.
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het woord naar de juiste woordsoort
De
handschoen
was
nat.
blauwe
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
Bijvoeglijk
naamwoord

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Mijn baas heeft veel aandacht                            de vaste klanten.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Christel ergert zich vaak                           haar zusje.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De blonde jongen is zijn rugtas vergeten.


Wat is in deze zin het 
bijvoeglijk naamwoord?
blonde
jongen
rugtas
is

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoort is "naar" in deze zin?
De kinderen lopen naar school.
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
lidwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoort is "grote" in deze zin?
De grote ballon vliegt door de lucht.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoort is onderstreept?
Vorige week heb ik een toets voor Nederlands gemaakt.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht werkblad :        Zet de afkortingen van de volgende woordsoorten onder de zin.
De ooievaar vangt een dikke   vis   uit   de  vijver.
lw       znw         ww     lw   bnw   znw   vz   lw    znw

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp?
Wat is een hoofdgedachte?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
Werkboek Via Vooraf: Thema 5 Hoofdstuk 3 Lezen 
                                              opdracht 1 op blz 164, 
                                              opdracht 2  op blz 165-166 en 
                                              opdracht 3 op blz 166 - 168

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Evaluatie
Wat vind je nog lastig.

Wat vond je goed gaan.

(post-it)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

goed gedaan


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions