- de hoornlaag vormt een afgesloten laag waar niets doorheen kan.
- pigment uit de pigmentcellen houdt UV-stralen tegen. Een donkere huid heeft meer pigmentcellen dan een lichte huid
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Ons eigen afweersysteem: de huid
B
- de hoornlaag vormt een afgesloten laag waar niets doorheen kan.
- pigment uit de pigmentcellen houdt UV-stralen tegen. Een donkere huid heeft meer pigmentcellen dan een lichte huid
Slide 1 - Diapositive
Welke infectieziekten zijn er:
Een persoon kan ziek worden door besmetting met:
. bacteriën
. schimmels
. virussen
Slide 2 - Diapositive
Wat kunnen we doen tegen infectieziekten?
tegen een virus kunnen we helaas niks doen er is geen medicijn , we moeten dit uitzieken. Wel zijn er virusremmers beschikbaar deze vertragen de ziekte.
tegen bacterien hebben we antibiotica ( nu wel resistentie)
Slide 3 - Diapositive
Infectieziekten
Bestrijden van infecties.
Door witte bloedcellen.
Slide 4 - Diapositive
verschillende stadia:
1. besmetting
2. incubatie
3. symptomen
4. diagnose
5. prognose
6. genezen
Slide 5 - Diapositive
IMMUNITEIT!!
Slide 6 - Diapositive
Het immuunsysteem
Weerstand > hoe goed kan ik tegen ziektes
Afweersysteem > hoe voorkomt het lichaam ziektes (Huid, slijmvliezen, zuurgraad)
Ziekteverwekkers > de stoffen die zorgen voor ziekte
Slide 7 - Diapositive
specifiek afweersysteem
Slide 8 - Diapositive
Wat betekent immuun?
Je wordt eerst ziek voordat het immuunsysteem antistoffen kan maken. De tweede keer weet het lichaam al hoe de antistoffen gemaakt moet worden. Je bent immuun!
Slide 9 - Diapositive
antistofcellen (geheugencellen)
witte bloedcellen die ‘onthouden’ hoe ze antistoffen moeten maken. Je bent dan immuun .
witte bloedcellen herkennen de ziekteverwekkers aan de eiwitten (antigenen) op de buitenkant van de cel.
!antistof is tof!
Slide 10 - Diapositive
2 typen witte bloedcellen
vreetcellen:(witte bloedcellen die ziekteverwekkers opruimen)
antistofcellen:Witte bloedcellen die antistoffen aanmaken
Geheugencellen (antistofcellen) maken je immuun!
Slide 11 - Diapositive
Inenten / vaccinaties
Injecteren met een dode, verzwakte ziekteverwekker, of delen van ziekteverwekker.
Je lichaam gaat antistoffen maken en herkend voortaan de ziekteverwekker; je bent nu immuun!!
Slide 12 - Diapositive
0
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Natuurlijke immuniteit
- Je bent met de ziekte in aanraking geweest
- Je lichaam heeft antistoffen gemaakt
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen
Slide 15 - Diapositive
Kunstmatige immuniteit
Vaccinatie (inenting)
- Dode of verzwakte ziekteverwekker wordt ingespoten
- Witte bloedcellen maken antistoffen
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen
Slide 16 - Diapositive
immuniteit
1. Ziekteverwekker komt lichaam binnen..
2. Witte bloedcel maakt antistoffen
3. Antistoffen binden zich aan de ziekteverwekker
4. Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt
Slide 17 - Diapositive
De primaire reactie
Hiervoor is uitgelegd dat bij een eerste contact met een antigeen het een tijdje duurt voordat de specifieke afweer op gang is gekomen. De tijd tussen binnendringen en ziekteverschijnselen krijgen, noemt men incubatietijd
De vorming van antistof na het eerste contact noemt men de primaire reactie.
Slide 18 - Diapositive
Orgaantransplantatie
Een orgaan van iemand anders heeft andere antigenen en zal dus aangevallen worden door je witte bloedcellen. DIt heeft orgaanafstoting. Dit kun je met afstotingsremmers voorkomen, hierdoor worden er minder antistoffen aangemaakt.
De meeste donororganen gaan niet langer mee dan 10 jaar.
Slide 19 - Diapositive
Donororganen
Bij donororganen kan er afstoting plaatsvinden, de rest van je leven slik je na transplantatie afstotingsremmers.
Alternatieven voor donorganen
1. Organen van varkens:Dit heet xenotransplantatie (transplanteren van organen/ weefsel van dieren naar mensen)
Stamceltherapie:Stamcellen kunnen nog uitgroeien tot elke cel. Dit is nog volop in ontwikkeling.