Dat zijn kleine levende wezens die je niet met blote oog kunt zien (schimmels, bacterien).
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Micro-organismen
Dat zijn kleine levende wezens die je niet met blote oog kunt zien (schimmels, bacterien).
Slide 1 - Diapositive
Menselijk lijf telt 10x meer bacterien dan cellen
Slide 2 - Diapositive
Reducenten = bacterien
schimmels
Slide 3 - Diapositive
Virussen
Bacterien
Slide 4 - Diapositive
ziektes veroorzaakt door bacterien
Salmonella (besmet voedsel)
Keelonsteking (speeksel)
Cholera
Longontsteking
Alle ontstekingen
Antibiotica
Voorkomen door een goede hygiene
Slide 5 - Diapositive
Bacterien zijn ook handig
voor het maken van zuurkool kaas en yoghurt heb je bacterien nodig
Slide 6 - Diapositive
Bacterien
Voordelen - Ruimen organische resten op (organisch??) - Voedingsmiddelen maken Nadelen - Ziekteverwekkers. - laten eten bederven.
Slide 7 - Diapositive
Insuline
Kunnen we nu snel maken doordat we bacterien hebben gemaakt die insuline maken
Slide 8 - Diapositive
medicijnen om te genezen
tegen een virus is geen medicijn ( virusremmers)
tegen bacterien hebben we antibiotica ( nu wel resistentie)
Slide 9 - Diapositive
Celwand
Stevigheid
alles kan door de celwand heen
de celwand vormt een stevige '"kooitje" om de cellen van planten, bacterien en schimmels
Slide 10 - Diapositive
Infectieziekten
Een persoon kan ziek worden door besmetting met:
. bacteriën
. schimmels
. virussen
Slide 11 - Diapositive
Infectieziekten
Bestrijden van infecties.
Door witte bloedcellen.
Slide 12 - Diapositive
verschillende stadia:
1. besmetting
2. incubatie
3. symptomen
4. diagnose
5. prognose
6. genezen
Slide 13 - Diapositive
IMMUNITEIT!!
Slide 14 - Diapositive
Het immuunsysteem
Weerstand > hoe goed kan ik tegen ziektes
Afweersysteem > hoe voorkomt het lichaam ziektes (Huid, slijmvliezen, zuurgraad)
Ziekteverwekkers > de stoffen die zorgen voor ziekte
Slide 15 - Diapositive
specifiek afweersysteem
Slide 16 - Diapositive
Wat betekent immuun?
Je wordt eerst ziek voordat het immuunsysteem antistoffen kan maken. De tweede keer weet het lichaam al hoe de antistoffen gemaakt moet worden. Je bent immuun!
Slide 17 - Diapositive
antistofcellen (geheugencellen)
witte bloedcellen die ‘onthouden’ hoe ze antistoffen moeten maken. Je bent dan immuun .
witte bloedcellen herkennen de ziekteverwekkers aan de eiwitten (antigenen) op de buitenkant van de cel.
!antistof is tof!
Slide 18 - Diapositive
2 typen witte bloedcellen
vreetcellen:(witte bloedcellen die ziekteverwekkers opruimen)
antistofcellen:Witte bloedcellen die antistoffen aanmaken
Geheugencellen (antistofcellen) maken je immuun!
Slide 19 - Diapositive
Inenten / vaccinaties
Injecteren met een dode, verzwakte ziekteverwekker, of delen van ziekteverwekker.
Je lichaam gaat antistoffen maken en herkend voortaan de ziekteverwekker; je bent nu immuun!!
Slide 20 - Diapositive
Vaccineren en enten
Ziekten, veroorzaakt door virussen of bacteriën
Immuniteit:
natuurlijke actieve immuniteit: --> - lichaam onderneemt zelf actie om antistoffen te--> maken
natuurlijke passieve immuniteit of maternale immuniteit --> - lichaam krijgt antistoffen via placenta of biest
kunstmatige actieve immuniteit
- vaccinatie of enting
Slide 21 - Diapositive
Immuniteit
Natuurlijk
Kunstmatig
Actief
Passief
Slide 22 - Diapositive
0
Slide 23 - Vidéo
kunstmatige
Actieve immuniteit: inenting via een vaccin (dode,zwakke ziekteverwekkers). Lichaam maakt zelf antistoffen aan.
Passieve immuniteit: inenting van een serum (antistoffen). Persoon maakt geen antistoffen
Slide 24 - Diapositive
Natuurlijke immuniteit
- Je bent met de ziekte in aanraking geweest
- Je lichaam heeft antistoffen gemaakt
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen
Slide 25 - Diapositive
Kunstmatige immuniteit
Vaccinatie (inenting)
- Dode of verzwakte ziekteverwekker wordt ingespoten
- Witte bloedcellen maken antistoffen
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen
Slide 26 - Diapositive
immuniteit
1. Ziekteverwekker komt lichaam binnen..
2. Witte bloedcel maakt antistoffen
3. Antistoffen binden zich aan de ziekteverwekker
4. Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt
Slide 27 - Diapositive
Immuniteit (1)
Hiervoor is uitgelegd dat bij een eerste contact met een antigeen het een tijdje duurt voordat de specifieke afweer op gang is gekomen. De tijd tussen binnendringen en ziekteverschijnselen krijgen, noemt men incubatietijd
De vorming van antistof na het eerste contact noemt men de primaire reactie.
Slide 28 - Diapositive
Immuniteit (2)
Door de aanwezigheid van geheugencellen worden antistoffen snel gevormd na een nieuw contact met dít antigeen. Dit noemt men de secundaire reactie. Je wordt door het tempo van antistofproductie niet ziek, je bent immuun.
Dit is natuurlijke immuniteit.
Wil men kunstmatig immuniteit opbouwen voor een ziekteverwekker, dan gaat men immuniseren.
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Slide 31 - Vidéo
Wat is een chronische ziekte?
Chronisch ziek is een verzamelnaam voor verschillende ziektes. Kenmerkend is dat de ziekte minstens drie maanden duurt of dat de patiënt er meer dan drie keer per jaar last van heeft. Een ziekte is chronisch als die met de bestaande kennis en methoden niet te genezen is.
Ongeneeslijk ziek: ziekte waar geen behandeling mogelijk is en waar je waarschijnlijk aan zal sterven
Chronisch ziek: langdurige ziekte met over het algemeen geen uitzicht op volledig herstel, vaak wel behandelbaar (vaak verdere schade beperken)
Slide 33 - Diapositive
Orgaantransplantatie
Een orgaan van iemand anders heeft andere antigenen en zal dus aangevallen worden door je witte bloedcellen. DIt heeft orgaanafstoting. Dit kun je met afstotingsremmers voorkomen, hierdoor worden er minder antistoffen aangemaakt.
De meeste donororganen gaan niet langer mee dan 10 jaar.
Slide 34 - Diapositive
Donororganen
Bij donororganen kan er afstoting plaatsvinden, de rest van je leven slik je na transplantatie afstotingsremmers.
Alternatieven voor donorganen
1. Organen van varkens:Dit heet xenotransplantatie (transplanteren van organen/ weefsel van dieren naar mensen)
Stamceltherapie:Stamcellen kunnen nog uitgroeien tot elke cel. Dit is nog volop in ontwikkeling.