Par 6.2 Het Zenuwstelsel

Het Zenuwstelsel
Par. 6.2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het Zenuwstelsel
Par. 6.2

Slide 1 - Diapositive

Het zenuwstelsel

Slide 2 - Carte mentale

Doel:
  • De leerlingen kunnen aan het einde van de les  in eigen woorden de samenstelling van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kan in eigen woorden aan het einde van de les benoemen wat een impuls is. 

Slide 3 - Diapositive

Bouw Zenuwstelsel
  • Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale    zenuwstelsel en de zenuwen.
  • Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
  • De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 4 - Diapositive

Wat is een impuls?
A
Een elektrisch signaal dat door zenuwen van het zintuig naar je hersenen wordt geleid
B
Een impuls is een waarneming, van uit je gevoel.
C
Een impuls is hetzelfde als een prikkel
D
Een waarneming uit je omgeving die wordt ontvangen door je zintuigen

Slide 5 - Quiz

Werking Zenuwstelsel

Slide 6 - Diapositive

Zenuwcellen
  • Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers
  • Het cellichaam van een zenuwcel is het deel waarin zich de celkern bevindt
  • De uitlopers geleiden de impulsen

Slide 7 - Diapositive

Zenuwen
  • In het lichaam worden via duizenden uitlopers tegelijk impulsen geleid!
  • De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw
  • Om een zenuw heen ligt een stevige laag die bescherming biedt

Slide 8 - Diapositive

Impulsen
De seintjes die zintuigen en hersenen afgeven heten impulsen.
De impulsen die ontstaan, gaan via de zenuwen naar de hersenen.
Via andere zenuwen gaan impulsen van de hersenen naar de hersenen.

Slide 9 - Diapositive

De weg die impulsen afleggen
Bewuste reactie: er gaan impulsen van je zintuigen naar je hersenen,  je wordt bewust van de prikkel, je beslist hoe je wilt reageren,  impulsen gaan van je hersenen naar je spieren gaan, je reageert!

Reflex: Bij een reflex gaan de impulsen niet via je hersenen!

Slide 10 - Diapositive

centraal zenuwstelsel
centraal zenuwstelsel
zenuwen

zenuwen
zenuwen

Slide 11 - Question de remorquage

Een zenuwcel bestaat uit
A
cellichaam met lange uitloper
B
cellichaam met minimaal twee lange uitlopers
C
cellichaam omgeven door isolerend laagje
D
beenmerg en hersenen

Slide 12 - Quiz

Wat is een reflex?
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Wat is GEEN functie van het zenuwstelsel?
A
Het verwerken van impulsen
B
De werking en regeling van spieren
C
Het maken van prikkels
D
Impulsen versturen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Zelfstandig aan de slag

Basis: 1, 2, 3, 4 (in je boek!), 7 en 9
Extra oefening: 5, 6
Verdieping: 8

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive