Het Zenuwstelsel

Het Zenuwstelsel
Basisstof 4, thema 5
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het Zenuwstelsel
Basisstof 4, thema 5

Slide 1 - Diapositive

Het zenuwstelsel

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen:
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
  • Je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 3 - Diapositive

Bouw zenuwstelsel
  • Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale    zenuwstelsel en de zenuwen.
  • Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
  • De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 4 - Diapositive

Wat is een impuls?
A
Een elektrisch signaal dat door zenuwen van het zintuig naar je hersenen wordt geleid
B
Een impuls? Wat is dat?
C
Een impuls is hetzelfde als een prikkel
D
Een waarneming uit je omgeving die wordt ontvangen door je zintuigen

Slide 5 - Quiz

Werking zenuwstelsel

Slide 6 - Diapositive

Zenuwcellen
  • Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers
  • Het cellichaam van een zenuwcel is het deel waarin zich de celkern bevindt
  • De uitlopers geleiden de impulsen

Slide 7 - Diapositive

Zenuwen
  • In het lichaam worden via duizenden uitlopers tegelijk impulsen geleid!
  • De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw
  • Om een zenuw heen ligt een stevige laag die bescherming biedt

Slide 8 - Diapositive

De weg die impulsen afleggen
Bewuste reactie: er gaan impulsen van je zintuigen naar je hersenen,  je wordt bewust van de prikkel, je beslist hoe je wilt reageren,  impulsen gaan van je hersenen naar je spieren gaan, je reageert!

Reflex: Bij een reflex gaan de impulsen niet via je hersenen!

Slide 9 - Diapositive

centraal zenuwstelsel
centraal zenuwstelsel
zenuwen

zenuwen
zenuwen

Slide 10 - Question de remorquage

Een zenuwcel bestaat uit
A
cellichaam met lange uitloper
B
cellichaam met minimaal twee lange uitlopers
C
cellichaam omgeven door isolerend laagje
D
beenmerg en hersenen

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig aan de slag

Basis: 1, 2, 3, 4 (in je boek!), 7 en 9
Extra oefening: 5, 6
Verdieping: 8

Slide 12 - Diapositive

Wat is een reflex?
timer
1:30

Slide 13 - Question ouverte

Wat is GEEN functie van het zenuwstelsel?
A
Het verwerken van impulsen
B
De werking en regeling van spieren
C
Het maken van prikkels
D
Impulsen versturen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive