Taalvariatie Loop 2/les 1

Taalvariatie 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalvariatie 

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

Welke dialecten ken jij? Wat zijn de kenmerken van deze dialecten?

Slide 3 - Question ouverte

Doel lessenserie:
Door zelfonderzoek en uitleg, doe je kennis op van taal in het algemeen.

Door zelfonderzoek en samenwerking krijg je meer inzicht in het gebruik van taal en de ontwikkeling van taal.

Door zelfonderzoek en reflectie krijg je meer begrip voor verschillende taalgebruikers.

Slide 4 - Diapositive

Doel van deze les:
Aan het eind van de les:
- weet je het verschil tussen Standaardnederlands en taalvariatie.
- Kun je de termen taal, dialect, regiolect en accent uitleggen.
- Kun je één of meer van deze begrippen toepassen.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg nieuwe theorie
- (officiële)taal
-Standaardnederlands
-taalvariatie
-accent
-dialect - regiolect

Slide 6 - Diapositive

Is een dialect ook een "echte" taal?
A
Officieel niet, dan moet het dialect als officiële taal erkend zijn.
B
Natuurlijk is het een echte taal, anders kun je het ook niet spreken.
C
Het is wel een echte taal omdat het door meer mensen gesproken wordt.
D
Nee, want een dialect lijkt heel erg op de Standaardtaal.

Slide 7 - Quiz

Heeft een dialect een andere grammatica dan het Standaardnederlands?
A
Altijd
B
Nooit
C
Soms
D
Weet ik niet

Slide 8 - Quiz

denken-delen-uitwisselen
Deze opdracht doen we in groepjes maar we beginnen individueel.
1. Open het formulier wat ik per e-mail heb toegestuurd en maak de opdracht (de antwoorden vul je in op het formulier) (circa 10 minuten).

Slide 9 - Diapositive

Groepen (uitleg Teams)
Team 1, accent: Jelle, Stijn, Sanne, Chenaya, Berra
Team 2, taalvariatie: Armaan, Dries, Elif, Corine, Calvin
Team 3, regiolect: Hei Yiu, Dorian, Noah, Madelief
Team 4, dialect: Diore, Timo, Roan, Mélice, Jack
Team 5, taal: Julia, Daniëlle, Mariëlle, Emine, Fatma
Team 6, Standaardnederlands: Jamie, Yara, Ayman, Jesselyn, Stephan.

Slide 10 - Diapositive

Samenwerken
Je bespreekt met elkaar de antwoorden en vult via het bestand in Teams samen het formulier in. Iedereen kan dit formulier bewerken. Als je klaar bent, kom je weer terug in het gezamenlijke kanaal.

Slide 11 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de lessen:
- weet je het verschil tussen Standaardnederlands en taalvariatie.
- Kun je de termen taal, dialect, regiolect en accent uitleggen.
- Kun je één of meer van deze begrippen toepassen.

Slide 12 - Diapositive

Lesdoel 1: Het verschil tussen Standaardnederlands en taalvariatie. Kun je dit uitleggen?

Slide 13 - Question ouverte

Kun je de termen taal, dialect, regiolect en accent uitleggen? Leg een van deze begrippen uit.

Slide 14 - Diapositive

Kun je één of meer van deze begrippen toepassen? 
Geef een voorbeeld van 
taal, dialect, regiolect of accent

Slide 15 - Diapositive