5.4. Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

10 minuten lezen

+ 2-toets Schrijven bekijken

Wat vind je van je leesboek en waarom
(1 beoordelingswoord en 1 argument)

Wat doe je als je de betekenis van een woord in een tekst niet kent?

Taalkundig ontleden = woordsoorten

Lesopbouw

1. Terugblik vorige les.

2. Lesdoelen deze les.

3. Voorkennis activeren.

4. Instructie.

5. Gezamenlijke inoefening.

6. Aan de slag! Grammatica, blok 1, opdracht 10. 

Lesdoelen deze les

1. Aan het einde van de les weet je wat een voorzetsel is en kun je deze in een zin herkennen.

2. Aan het einde van de les weet je wat een telwoord  is en kun je deze in een zin herkennen.

Welke woordsoorten ken je al,
geef ook een voorbeeld?

Dus je moet al kennen...

1. Zelfstandig naamwoorden: woorden voor mensen, dieren, planten en dingen.

2. Bijvoeglijk naamwoorden: woorden die iets zeggen over een zelfstandig naamwoord.

3. Werkwoorden: doe-woorden.

Daar komt nu bij... VOORZETSELS

Een voorzetsel (vz). Je kent het misschien al als 'kastwoordje', 'tafelwoordje', 'feestwoordje', 'vakantiewoordje'. Voorzetsels zijn bijvoorbeeld: op, na, tijdens, vanwege, door, van, voor.

Voor het vinden kun je het ezelsbruggetje de 'kast' of de 'vakantie' gebruiken. Een voorzetsel kun je altijd vóór deze woorden zetten:

- op de kast, achter de kast, naast de kast.

- in de vakantie, gedurende de vakantie, na de vakantie.

Wat is het voorzetsel in de volgende zin:

Op het kruispunt is het altijd druk.

Wat is het voorzetsel in de volgende zin:

Vanwege de vakantie zijn wij gesloten.

En... TELWOORD

Een telwoord (tw) geeft een hoeveelheid aan of een volgorde in een rij. Er zijn twee soorten telwoorden:

- Een hoofdtelwoord (htw): geeft een hoeveelheid aan, bijv.: drie, honderd, duizend.

- Een rangtelwoord (rtw): geeft een volgorde aan, een 'rang' in de rij, bijv.: eerste, derde, twintigste, middelste. 

Wat is het telwoord in de volgende zin:

Mijn moeder heeft gisteren drie taarten gebakken.

Wat is 'drie' voor soort telwoord?

1. Hoofdtelwoord
2. Rangtelwoord

Wat is het telwoord in de volgende zin:

Het was de eerste keer dat ze dit deed.

Wat is 'eerste' voor soort telwoord?

1. Hoofdtelwoord
2. Rangtelwoord

Aan de slag!

• 2 th/v: Grammatica, blok 1, opdracht 10. 

•