Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1.2 De zon als motor: Temperatuur
Slide 1 - Diapositive
1.1 Het weer en klimaat
Hoofdstuk 1: Weer en Klimaat
1.2 De zon als motor
1.3 Luchtdruk en wind
1.4 Neerslag
Deelvraag: Hoe hebben breedteligging, hoogteligging en ligging aan zee invloed op de gemiddelde temperatuur?
1.5 Motor van luchtcirculatie
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen 1.2
Aan het einde van de les:
Kun je met behulp van de zoninvalshoek en de afstand die zonnestralen door de atmosfeer afleggen, uitleggen waarom de gemiddelde temperatuur rond de evenaar (op lage breedte) hoger is dan op hogere breedte.
Kun je uitleggen hoe door die steeds wisselende zoninvalshoek seizoenen ontstaan.
Kun je verklaren waarom je bij de evenaar nauwelijks iets merkt van seizoenen.
Kun je uitleggen hoe de hoogteligging invloed heeft op de gemiddelde temperatuur van een gebied.
Kun je uitleggen hoe de nabijheid van zee invloed kan hebben op de gemiddelde temperatuur in een gebied en welke rol warme en koude zeestromen hierin kunnen spelen.
Tijdens de uitleg: ben je stil, steek je je hand op als je mee wilt doen maak je aantekeningen
Slide 3 - Diapositive
Temperatuur
De temperatuur meet je op de schaal van Celsius met een thermometer.
1,5 m hoogte boven de grond.
Isothermen:Lijnen tussen plaatsen op een kaart met gelijke temperaturen.
Maak aantekeningen!!
Slide 4 - Diapositive
Isothermen
Slide 5 - Diapositive
Waarom een wit kastje?
Slide 6 - Diapositive
Zoninvalshoek en breedteligging
De zon verwarmt de lucht op via het aardoppervlak.
Daarom elke 1000m omhoog - 6 graden Celsius.
De zoninvalshoek verschilt:
Op hoge breedte ( ver van de evenaar af) :De zon moet een langere weg afleggen en bots op meer deeltjes, de zon moet een groter oppervlak opwarmen, daarom kouder!!
Maak aantekeningen!!
Slide 7 - Diapositive
Zoninvalshoek en breedteligging
Op lage breedte ( dichtbij de evenaar) : Legt de zon een kortere afstand af en verwarmt de zon een kleinere oppervlak. Daarom is het warmer rondom de evenaar,