RS 10V1 Literaire begrippen (10)

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de krant vertelt iemand over een kinderboerderij...

"De dieren die we hebben, zijn gewend om met mensen om te gaan. Maar ze krijgen als ze dat willen ook een stukje grond, waarin zij kunnen zaaien of plantjes poten."
(De zakengids Buren)

Wie krijgt er nou precies een stukje grond?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

programma
  • zelfstandig lezen (10 min)
  • zinnen in het wild (2 min)
  • woordpost (5 min)
  • literaire begrippen in een vogelvlucht (5 min)
  • aan de slag (20 min)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
  • je hebt kennisgemaakt met literaire begrippen 
  • je weet meer van het begrip: tijd en ruimte



klassencode Lesson up: lgmmd (nog maar 17 lln in Lesson up)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordpost
Wie heeft er een mooi/leuk/interessant/verrassend woord?

1. nieuw woord
2. betekenis
3. zin waarin de betekenis duidelijk wordt


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire termen, wat weet jij van
tijd en ruimte?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
Wanneer speelt het verhaal zich af? 
Historische tijd = in welke tijd het verhaal speelt, bijv. in het heden, in WO II of in de middeleeuwen. 


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
Spelen met elementen van tijd in een verhaal:

flashback; je wordt mee teruggenomen in het verleden 
flashforward; blik in de toekomst

De chronologie kan hierdoor doorbroken worden.



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
vooruitwijzing = verwijzen naar de dingen die nog gaan komen
terugverwijzing = terugverwijzen naar dingen die al hebben plaatsgevonden

Deze verwijzingen kunnen binnen een chronologische vertelwijze voorkomen.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
verteltijd; hoe lang heb je nodig om een verhaal/gebeurtenis te vertellen of te lezen. Uit te drukken in aantal bladzijden of uren.

vertelde tijd; de duur van het verhaal of de gebeurtenis (gebeurtenis duurt jaren, verteld in een paar bladzijden)




Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tijdsvolgorde
ab ovo = vanaf het begin (chronologisch)
in medias res = in het midden van het verhaal
in ultimas res = aan het einde van het verhaal

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
Fabel: het logische verhaal, in de goede volgorde en samenhang

Sujet/plot: hoe het verhaal wordt aangeboden




Slide 12 - Diapositive

Chronologische vertelling: fabel + sujet vallen samen
Niet-chronologische vertelling; aan de lezer om het sujet te reconstrueren tot een begrijpelijk fabel.
hulpmiddel:
Het maken van een tijdslijn
kan helpen om de fabel te begrijpen (te reconstrueren).


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
tijdversnelling (of tijdverdichting): iets wat jaren duurt, wordt in een paar zinnen verteld. Vertelde tijd > verteltijd

tijdvertraging : de lezer krijgt een uitgebreide beschrijving van een gebeurtenis, die slechts in een paar minuten gebeurt. 
Vertelde tijd < verteltijd.

.





Slide 14 - Diapositive

beide kunnen iets doen met spanning in/van het verhaal. Auteur wil dat je details weet...
literaire begrippen: tijd

equivalentie: scene, dialogen, zoals je naar een film kijkt. verteltijd = vertelde tijd




Slide 15 - Diapositive

vooruitwijzing
terugwijzing
literaire begrippen: ruimte
Waar speelt het verhaal zich af? 
Is deze ruimte belangrijk voor het verhaal?
geografische ruimte: omgeving van het verhaal; waar speelt het zich af
sfeerscheppende ruimte: een beschrijving van de ruimte om een bepaalde sfeer te creëren. (bijv: bos, 's avonds, het is donker en het stormt...)



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: ruimte
Sociale ruimte: personages maken deel uit van een sociale  groep door hun afkomst, beroep, hobby en/of opleiding

Symbolische ruimte: de ruimte staat voor gevoelens van het personage of de situatie waarin hij/zij zich bevindt.



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag
samen lezen en kijken naar 'Het adres' van Marga Minco 
(p. 180 handboek, werkboek 166)

Neem mee wat je weet van deze schrijfster.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

filmpjes
uitleg literaire begrippen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt en tot de volgende les

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions