RS 10V1 Leesvaardigheid (9)

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 12 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

poortraadsel
Er is een poort en bij die poort is ook een poortwachter. Als je erdoorheen wilt, zegt de poortwachter een getal. Jij moet ook een getal zeggen en als het getal goed is, mag je erdoorheen. Lyn wil ook door de poort. De poortwachter zegt: 'Acht.' Lyn zegt terug: 'Vier.' Zij mag erdoorheen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

poortraadsel
Otto wil er ook doorheen. De poortwachter zegt: 'Twaalf.' Otto zegt terug: 'Zes.' Hij mag erdoorheen. Timo wil er ook doorheen. De poortwachter zegt: 'Elf.' 
Wat moet Timo terugzeggen?

Slide 3 - Diapositive

Drie:
het aantal letters van het getal dat de poortwachter zegt.
programma
  • zelfstandig lezen (10 min)
  • raadsel
  • aan de slag; nakijken opdrachten (10 min)
  • het woord is aan de expert (10 min)
  • aan de slag (10 min)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
  • je hebt kennisgemaakt met verschillende aspecten van tekstopbouw 
  • je weet meer van een tekstopbouw


klassencode Lesson up: lgmmd

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nakijken
opdracht 1 t/m 5
Vergelijk jouw antwoorden met je buurman/buurvrouw.
Hebben jullie veel verschillen?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire termen, wat weet jij van
tijd en ruimte?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De expert 

Slide 8 - Diapositive

wie mag ik het woord geven om te vertellen over tekstopbouw?
Vertel je bevindingen, de elementen, samenhang etc..
welke bronnen heb je gebruikt?

Maak aantekeningen, vul aan wat er niet in jouw schrift staat.
literaire begrippen: personages
Drie soorten:
  1. hoofdpersonages; belangrijkste persoon in het verhaal
  2. nevenpersonages; minder belangrijke rol, hoofdpersonage helpen of dwarsliggen (= tegenpersonage) 
  3. achtergrondpersonages; geen belangrijke rol, opvullen verhaal

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
Wanneer speelt het verhaal zich af? historische tijd, hedendaagse tijd, toekomstige tijd.
Spelen met elementen van tijd in een verhaal:
flashback; historische tijd, terugblik
flashforward; glimp van de toekomst
Waarom spelen? Spanning in het verhaal.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
verteltijd; hoe lang heb je nodig om een verhaal/gebeurtenis te vertellen of te lezen. Uit te drukken in aantal bladzijden of uren.
vertelde tijd; de duur van het verhaal of de gebeurtenis (gebeurtenis duurt jaren, verteld in een paar bladzijden)
Hoe?  De volgorde:
  1. Chronologisch: a - z (Ab ovo = uit het ei)
  2. niet-chronologisch (in medias res, zelf uitzoeken)



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
Fabel: de chronologische geschiedenis van het verhaal, dus de gebeurtenissen van A tot Z.
Sujet/plot: de manier hoe de vertelling zich aan de lezer ontvouwd (= verteld of gepresenteerd wordt).
Chronologische vertelling: fabel + sujet vallen samen 
Niet-chronologische vertelling; aan de lezer om het sujet te reconstrueren tot een begrijpelijk fabel.



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hulpmiddel:
Het maken van een tijdslijn
kan helpen om de fabel te begrijpen (te reconstrueren).


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: tijd
versnelling: iets wat jaren duurt, wordt in een paar zinnen verteld. Vertelde tijd > verteltijd

vertraging: de lezer krijgt een uitgebreide beschrijving van een gebeurtenis, die slechts in een paar minuten gebeurt. 
Vertelde tijd < verteltijd.

.





Slide 14 - Diapositive

beide kunnen iets doen met spanning in/van het verhaal. Auteur wil dat je details weet...
literaire begrippen: tijd

equivalentie: scene, dialogen, zoals je naar een film kijkt. verteltijd = vertelde tijd




Slide 15 - Diapositive

vooruitwijzing
terugwijzing
literaire begrippen: ruimte
Waar speelt het verhaal zich af? 
Is deze ruimte belangrijk voor het verhaal?
geografische ruimte: omgeving van het verhaal; waar speelt het zich af
sfeerscheppende ruimte: een beschrijving van de ruimte om een bepaalde sfeer te creëren. (bijv: bos, 's avonds, het is donker en het stormt...)



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

literaire begrippen: ruimte
Sociale ruimte: personages maken deel uit van een sociale  groep door hun afkomst, beroep, hobby en/of opleiding

Symbolische ruimte: de ruimte staat voor gevoelens van het personage of de situatie waarin hij/zij zich bevindt.



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag
lezen basisboek p. 60-61
Maak een samenvatting van deze theorie.

Noteer in je schrift:
Wat weet jij van de literaire begrippen: tijd en ruimte?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

filmpjes met uitleg
hoofdgedachte en onderwerp

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

filmpjes met uitleg
tekstsoorten/tekstdoelen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

filmpjes
uitleg literaire begrippen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt en tot de volgende les

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions