W6L1 Kijk/Luisteren

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welcome M4D!

Periode 2 SE 3

Listening test 

1. Cito kijk/luistertoets Monday 27th of January 

2. audiodeel 

3. videodeel 

Reading 

1. answer exam questions

Goal

• I will have practiced with a cito KLV test -audio and video part on paper. 

• I will have practiced with the oriëntatietoets in examenbundel. 

What did we do in previous lesson? 

Three aspects listening/watching

• ‘gist’ (de essentie van het fragment) 
• specific information 
• important details 

• Try to discover which one applies to the questions when you are making a listening/watching test. What do they want from me?

Kijk/luisteren VMBO TL Engels

• intensief luisteren: je luistert naar het gehele fragment en beantwoord de vragen. 
• voorspellend luisteren : hier hoor je in het fragment een pieptoon en moet je gaan voorspellen wat de spreker zegt. Je hebt steeds twee meerkeuze opties. 

How to prepare? 

• Practice in Woots with all the practice exams I have put online. The name of the folder: Oefenen M4D Engels 
•  Practice in eindexamensite.nl with kijk/luistertoetsen 
• Practice in Holmwoods (einddoel: A2/B1 niveau)
• Practice with tedtalks, podcasts, watch series in English without subtitles
• Watch BBC newsround each day 

audiodeel 2019/2020 

We will continue where we left off, question 12 

Examenbundel

Ga naar mijn.examenbundel.nl

Voer de code in die in je bundel staat, zo heb je toegang to al het online materiaal. 

examenbundel - stappenplan (p. 6)

Orientatietoets

Beantwoord alle vragen.

Zoek woorden op wanneer nodig.

Lees de vraag en bestudeer de antwoordmogelijkheden eerst.

Orientatietoets

Tekst 1: vraag 1

Tekst 2: vraag 2 t/m 6

Tekst 3: vraag 7 t/m 10

Maak de oriëntatietoets

Pak p.10 erbij die lezen we samen. 

Ga daarna met de oriëntatietoets aan de slag. Je mag in je examenbundel schrijven! 

Ben je klaar? Laat het aan mij weten! 

KEY Tekst 1

KEY Tekst 2

2

3

4

5

6

KEY Tekst 3

7

8

9

10

Quizlet live: 

Linking words! 

Stappenplan

1. Scannen: Titel, plaatjes, intro -> Waar gaat de tekst over?

1a. LEES NIET DE HELE TEKST DOOR!!!

2. Lees de vraag: In welke alinea's moet je kijken? -> aanstrepen

3. wat voor soort vraag is het? ABCD/gaten/open/bewering?

4. Volg de stappen die nu nog gaan komen.

Vraagsoorten

- Meerkeuzevraag/gatenvragen: wegstrepen

- Open vraag: zorg dat je in het Nederlands antwoordt

- citeren: zorg dat je de eerste twee woorden opschrijft van een zin: "since he" (alinea 3). 

open/citeer vragen: als er een citaat staat in de vraag, moet je dat stukje tekst helemaal begrijpen!!

Open vragen

Bij een open vraag is het belangrijk dat je de tijd neemt om de vraag goed te lezen.

De vraag zegt namelijk vaak al waar je moet zoeken en waar je op moet letten. 

Daarnaast staat er ook hoe je het antwoord moet opschrijven, bijvoorbeeld door te citeren, of met een of twee woorden, of in Nederlands. 

Open vragen

- Do NOT answer in English = 0 points

- Do not translate literally, write in your own words

- Be explicit, do not write down general terms like "je moet een aan een bepaalde categorie voldoen"

- Do NOT use any English words in your answer!

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns?
Geef antwoord in het Nederlands.

Uitleg

De vraag was: Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de

aantallen rode eekhoorns?

Geef antwoord in het Nederlands. 

- Signaalwoorden in de tekst: yet (r.2)

- Als we de zin die begint met yet  gaan lezen zien we het woord predominantly, wat 'belangrijkste' betekent.

- De zin in zijn geheel laat zien dat er een virulent virus is dat zorgt voor het verdrijven van rode eekhoorns. 

- Alle elementen van de vraag komen in deze zin terug. De oorzaak is dus een virus/besmettelijke ziekte.

Stappenplan

- Lees de vraag en markeer als dat kan het stuk tekst waar je het antwoord moet zoeken. Als er een citaat in de vraag staat markeer je dat. Het antwoord staat daar namelijk vrijwel altijd dichtbij.

- Daarna kijk je in de vraag wat ze precies willen weten. Vragen ze om een voorbeeld, een tegenstelling of toch een opsomming?

- Met het antwoord op de vorige vraag ga je zoeken naar signaalwoorden. Die dat tekstverband weergeven.

- Vlakbij het juiste signaal- of functiewoord zul je het antwoord vinden.

- Schrijf daarna het antwoord op volgens de instructies in het examen, waarbij de taaltekenregels niet vergeten moeten worden. 

Voorbeeld

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns? 

Geef antwoord in het Nederlands. 

--> Je markeert alinea 1.

--> Ze zoeken een belangrijke oorzaak/reden

--> er is een vermindering in het aantal rode eekhoorns

--> Je moet in eigen woorden in het Nederlands antwoorden

Zeehonden hebben volgens deze tekst drie lichamelijke kenmerken die hen in staat stellen in water te leven en hun eten te vangen.
Noem er twee.

Stappenplan

- Lees de vraag en markeer als dat kan het stuk tekst waar je het antwoord moet zoeken. Als er een citaat in de vraag staat markeer je dat. Het antwoord staat daar namelijk vrijwel altijd dichtbij.

- Daarna kijk je in de vraag wat ze precies willen weten. Vragen ze om een voorbeeld, een tegenstelling of toch een opsomming?

- Met het antwoord op de vorige vraag ga je zoeken naar signaalwoorden. Die dat tekstverband weergeven.

- Vlakbij het juiste signaal- of functiewoord zul je het antwoord vinden.

- Schrijf daarna het antwoord op volgens de instructies in het examen, waarbij de taaltekenregels niet vergeten moeten worden. 

Voorbeeld

-geen citaat dus je kunt niet onderstrepen. 

-Je weet wel dat het om drie kenmerken gaat dus waarschijnlijk een opsommingen: dus linking words als "also, first, secondly, furthermore" etc.

- kijk of je die linking words kunt vinden. Je vindt "also" in de tekst, daar dichtbij staan 2 kenmerken. 

- Je schrijft in het Nederlands die kenmerken op. 

Ter conclusie

Om een voldoende te halen moet je woordjes kennen

Weet wat CITO van je vraagt en je kunt genoeg vragen goed beantwoorden.

Oefening baart kunst

Signaalwoorden, signaalwoorden, signaalwoorden!!!

Heel veel succes!

Reflection

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.