Verkooptechnieken

Eerste indruk
55 % uiterlijk
38 houding en stem
7% door wat je zegt
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Eerste indruk
55 % uiterlijk
38 houding en stem
7% door wat je zegt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

klantgerichtheid

klantvriendelijkheid

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

klantvriendelijk

- op gemak stellen
-goede openingszin
-op juiste manier benaderen
-goede handdruk
-oogcontact
klantgerichtheid

-inspelen op de wens
-vragen naar de behoefte 
-je verdiepen in klant
-goed kijken naar non-verbale signalen
-goed luisteren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klantgericht? KG=
Wat is klantvriendelijk? KV=

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef voorbeelden van non-verbale communicatie
non-verbale
communicatie

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

verbale communicatie

Slide 6 - Carte mentale

1. routes
2. plattegrond
3. Ommetje
4. belastbaarheid
5. omgeving

> samenwerking
> communicatie
> verbaal/nonverbaal
> FB regels geven & ontvangen

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreek je iemand met u aan?
A
een ouder iemand
B
iedereen die je niet kent
C
dokter, leraar
D
als iemand zegt dat hij/zij dat prettig vindt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer mag je "je" zeggen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij begroeten en kennismaken?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroeten:
- ( glim) lachen

- "Welkom"
-"Goedemorgen"
Kennismaken: 

- jezelf voorstellen; hand en naam zeggen
- prijsafspraak maken

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroeten
Kennismaken
een glimlach, non-verbaal
behandelplan bespreken
"Goedemorgen" verbaal
Vragen maar wensen
voorstellen; hand en naam zeggen

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

klanten
Je krijgt verschillende soorten klanten in de winkel.

Voorbeelden zijn funshoppers en runshoppers
----->

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten klanten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten klanten
  • Vaste klanten
  • Potentiele klanten
  • (nog) onbekende klanten

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten klanten service
reactief
proactief 
preventief


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende klanten
Verlegen klanten
Vriendelijke klanten
Besluiteloze klant
Boze klant
Zelfverzekerde klant
Zoekende klant
Verschillende soorten klanten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten klanten heb je?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoudsniveau

Wat ik zeg

de woorden die je zegt 
de woorden die je schrijft
Betrekkingsniveau

Hoe ik het zeg

de toon
hoe hard / hoe zacht 
de sfeer van het gesprek

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les...
- weet je wat introvert en extravert betekent
-Weet je hoe een verkoopgesprek in zijn werk gaat
-Weet je welke stukjes ( = fases) een verkoopgesprek heeft
-Kan je je klasgenoot interesseren om meer te weten te komen over jouw product 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extravert of introvert.
Aan  het einde van dit onderdeel weet je:
het verschil tussen extravert of introvert

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat nu een test maken

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was je score bij
extravert - introvert
A
Meer introvert
B
Meer extravert
C
In het midden

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk karakter heb jij volgens het 'onderzoekje'? Bedenk voor jezelf of dat overeen komt met wat jijzelf in gedachten had.
timer
0:10
A
Extravert
B
Introvert

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Introvert persoon
Hoe herken je een introvert persoon? Gebruik trefwoorden!
Hoeveel procent van de bevolking is introvert?
Wat kan je goed als je introvert bent?

Schrijf dit op een post-it en plak dit op het bord.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extravert persoon
Hoe herken je een extravert persoon? Gebruik trefwoorden!
Hoeveel procent van de bevolking is extravert?
Wat kan je goed als je extravert bent?

Schrijf dit op een post-it en plak dit op het bord.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extravert???  
Introvert???

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je nu zelf?

Ik ben meer extrovert omdat...........
Ik ben meer introvert omdat............

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrouwen zijn extraverter dan mannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Geldt natuurlijk niet voor elke vrouw of man. Statistisch gezien zijn vrouwen wel meer extravert. 
Wat betekent Introvert?
A
energiek
B
graag alleen, terughoudend
C
zin door drijven
D
geen van deze antwoorden zijn juist

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoopgesprek - verkoopcyclus
Aan  het einde van dit onderdeel weet je:
wat beide termen betekenen.



Slide 35 - Diapositive

Steek je hand op als: je al een een verkoopgesprek hebt gehouden, steek je hand op als je dit niet leuk vond
Waarom moet jij ook een verkoopgesprek kunnen voeren?

Slide 36 - Carte mentale

Basisvaardigheden zoals een verkoopgesprek voeren heb je in de retail op alle niveaus nodig. Daarom moeten studenten op alle niveaus deze vaardigheden aanleren. Je moet ook zelf de basisvaardigheden goed beheersen om deze aan anderen te kunnen uitleggen en om anderen hierop te kunnen beoordelen.
Welke 'extra' producten
zou je ook in een salon kunnen verkopen?

Slide 37 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke producten zou je deze klant kunnen verkopen?

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze kapsalon in Amersfoort wil graag meer jongeren trekken.
Welke producten zouden ze kunnen verkopen?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke producten zou je tijdens de maand december in de salon kunnen promoten?

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fases van een verkoop gesprek
1    Begroeten
2    Observeren en aanspreken
3    Presenteren
4    Koopbezwaren weerleggen
5   Weerstanden wegnemen
6    Bijverkopen en afsluiten

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verkoopgesprek kun je verdelen in 6 stukken (= fases).
Welke ken weet je nog?

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoopcyclus

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

6 fases van een verkoopgesprek

1. Verwelkomen 
2. Kennismaken met je klant
3. Je product laten sprankelen
4. Je klant helpen kiezen
5. Waarde toevoegen
6. Een memorabel moment maken

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verkoopgesprek verloopt...
A
spontaan
B
volgens bepaalde fases

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van een verkoopgesprek
A
overtuigen
B
verkopen
C
amuseren
D
instrueren

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verkoopgesprek?
A
Een gesprek tussen mensen die producten ruilen
B
Een gesprek waarin je een klant informatie en advies geeft.
C
Een gesprek waar iemand winst mee wilt maken
D
Reden waarmee je een klant kunt overtuigen

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de fases in het verkoopgesprek in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Begroeten
Observeren en aanspreken
Weerstanden weerleggen
Presenteren
Koopbezwaren weerleggen
Afronden en afscheid nemen

Slide 50 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie vind verkopen leuk?
JA IK!
Nee ik niet

Slide 51 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie vind adviseren leuk?
JA IK!
Nee ik niet

Slide 52 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen adviseren en verkopen?

Slide 53 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkopen of adviseren?
Verkoop
Adviseren

Slide 54 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions