Woordsoorten oefenen klas 3

Voorkeur lezen leesboek:
A
2 keer per week 15 minuten
B
1 keer per week 30 minuten
C
Maakt mij niks uit!
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voorkeur lezen leesboek:
A
2 keer per week 15 minuten
B
1 keer per week 30 minuten
C
Maakt mij niks uit!

Slide 1 - Quiz

'Als hij jarig is, geef ik hem zijn cadeau.'

Tot welke woordsoort behoort 'hij'?
A
PSV
B
BZV
C
AWV
D
ZN

Slide 2 - Quiz

'Als hij jarig is, geef ik hem zijn cadeau.'

Tot welke woordsoort behoort 'is'?
A
VZ
B
ZN
C
BN
D
WW

Slide 3 - Quiz

'Als hij jarig is, geef ik hem zijn cadeau.'

Tot welke woordsoort behoort 'ik'?
A
ZN
B
PSV
C
BZV
D
AWV

Slide 4 - Quiz

'Als hij jarig is, geef ik hem zijn cadeau.'

Tot welke woordsoort behoort 'hem'? Noteer de afkorting.

Slide 5 - Question ouverte

'Als hij jarig is, geef ik hem zijn cadeau.'

Tot welke woordsoort behoort 'zijn'? Noteer de afkorting.

Slide 6 - Question ouverte

Aan mijn arm hangt één harige spin.

Benoem alle woorden in de zin door de juiste afkortingen te noteren. Gebruik steeds een spatie tussen de afkortingen.

Slide 7 - Question ouverte

Martin heeft voor de zoveelste keer een onvoldoende gehaald.

Benoem alle woorden in de zin door de juiste afkortingen te noteren. Gebruik steeds een spatie tussen de afkortingen.

Slide 8 - Question ouverte

Haar zenuwachtige vriendje wachtte naast de houten poort van mijn buren.

Benoem alle woorden in de zin door de juiste afkortingen te noteren. Gebruik steeds een spatie tussen de afkortingen.

Slide 9 - Question ouverte

Wie heeft hem op dat gekke idee gebracht?

Benoem alle woorden in de zin door de juiste afkortingen te noteren. Gebruik steeds een spatie tussen de afkortingen.

Slide 10 - Question ouverte

Suus heeft deze jurk van jou geleend voor haar feestje.

Benoem alle woorden in de zin door de juiste afkortingen te noteren. Gebruik steeds een spatie tussen de afkortingen.

Slide 11 - Question ouverte