Hoofdstuk 1 / 2 / 3 alle meerkeuze vragen

Test jezelf

l
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Test jezelf

l

Slide 1 - Diapositive

Een lijn die gebieden met dezelfde luchtdruk met elkaar verbindt noem je
A
barometer
B
Hectopascal
C
isofix
D
isobaar

Slide 2 - Quiz

Als er een groot verschil is tussen een gebied met een hoge en een lage luchtdruk / de lijnen liggen dicht op elkaar-dan waait het....
A
hard
B
zacht

Slide 3 - Quiz

Bij een lage luchtdruk is er meestal (maar niet altijd!)kans op
A
neerslag
B
droog weer

Slide 4 - Quiz

Bij een hoge luchtdruk is er meestal (maar niet altijd!)kans op
A
neerslag
B
droog weer

Slide 5 - Quiz

Welke zin past niet bij het weer?
A
het waait nu niet buiten
B
er valt 4mm regen vandaag
C
het was gisteren een zonnige dag
D
de gemiddelde jaartemperatuur is 14 graden in De Bilt

Slide 6 - Quiz

Iemand zegt: Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange periode (30 jaar)
A
Die persoon heeft gelijk
B
Die persoon heeft niet gelijk

Slide 7 - Quiz

Volgens je boek zijn er 5 klimaatfactoren-welke van de onderstaande punten is geen klimaatfactor????
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Soort oppervlak (water of land)
D
Luchtvervuiling

Slide 8 - Quiz

Temperatuur meet je in graden...
A
Beaufort
B
Richter
C
Beaulieu
D
Celsius

Slide 9 - Quiz

Het is nu bij ons herfst, welk seizoen is het dan op het zuidelijk halfrond?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst

Slide 10 - Quiz

Het is nu bij ons herfst, welk seizoen is het dan op het zuidelijk halfrond?
A
winter
B
zomer
C
herfst
D
lente

Slide 11 - Quiz

Hoe hoger je komt-hoe kouder. Hoeveel graden wordt het kouder per 1000 meter?
A
4 graden kouder
B
6 graden kouder
C
8 graden kouder
D
10 graden kouder

Slide 12 - Quiz

De temperatuur in Berlijn in de winter ligt lager dan in Amsterdam-dat komt door....
A
Berlijn ligt noordelijker
B
Berlijn ligt niet aan zee
C
Berlijn heeft een koude luchtstroom
D
Berlijn heeft kortere zonnestralen

Slide 13 - Quiz

Op de afbeelding staat de zon loodrecht op de kreeftskeerkring: het is dus ...op het NH
A
zomer
B
winter
C
Lente
D
herfst

Slide 14 - Quiz

Op de Noordpool is het kouder dan op de evenaar. Welke reden klopt er niet?
A
zonnestralen leggen een langere afstand af naar de noordpool
B
zonnestralen verwarmen een groter oppervlak bij de noordpool
C
zonnestralen botsen bij hun reis naar de noordpool op meer stofdeeltjes
D
zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak bij de noordpool

Slide 15 - Quiz

In de ballon zit (1)luchtdruk, daarbuiten is de luchtdruk (2).
A
1=hoge, 2=lage
B
1=lage, 2=hoge
C
1=hoge, 2=hoge
D
1=lage, 2=lage

Slide 16 - Quiz

Welke zin klopt????
A
Hoge luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
B
Hoge luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk
C
Lage luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
D
Lage luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk

Slide 17 - Quiz

Hoe waait de wind in Scandinavië?
A
aflandig
B
aanlandig

Slide 18 - Quiz

Waar is de kans op regen het grootst????
A
Boven zee/Ijsland
B
boven het vaste land

Slide 19 - Quiz

Wat kun je zeggen over de windrichting op het noordelijk halfrond?
A
Die heeft een afwijking naar links (met de wind in je rug)
B
Die heeft een afwijking naar rechts (met de wind in je rug)

Slide 20 - Quiz

Welke zin klopt niet over de evenaar?
A
het is daar warm
B
het is daar droog
C
er valt daar veel neerslag
D
zonnestralen leggen daarnaartoe een korte afstand af

Slide 21 - Quiz

Wat past wel bij de keerkringen?
(2 antwoorden zijn goed!)
A
Je vindt daar veel tropisch regenwoud
B
Je vindt daar veel woestijn
C
Het is daar warm en er valt bijna geen neerslag
D
Het is daar warm en er valt veel neerslag

Slide 22 - Quiz

Hoe heet deze vorm van neerslag????
A
stuwingsneerslag
B
stijgingsneerslag
C
drempelwaarde neerslag
D
frontale neerslag

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het gebied aan de linkerzijde van de berg-waar de neerslag valt?
A
loefzijde
B
droefzijde
C
blijzijde
D
lijzijde

Slide 24 - Quiz

In de wet van Buys Ballot (die gast naast mij) heb je op het zuidelijk halfrond een afwijking naar xxxxx(met de wind in je rug)
A
rechts
B
links

Slide 25 - Quiz

Op de afbeelding hiernaast zie je...
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag
D
afstromende neerslag

Slide 26 - Quiz

Op het plaatje hiernaast zie je een duidelijk voorbeeld van...
A
koufront
B
warmtefront
C
occlusiefront
D
omicronfront

Slide 27 - Quiz

Op het plaatje hiernaast zie je een duidelijk voorbeeld van...
A
koufront
B
warmtefront
C
occlusiefront
D
omicronfront

Slide 28 - Quiz

Ferry zegt: Een koufront zorgt voor veel neerslag
A
Ferry heeft gelijk
B
Ferry heeft ongelijk

Slide 29 - Quiz

Jelmer zegt: bij een occlusiefront haalt de warme lucht de koude lucht in
A
Jelmer heeft gelijk
B
Jelmer heeft ongelijk

Slide 30 - Quiz

Het kaartje hiernaast gaat over...
A
neerslagintensiteit
B
zonneschijn per maand
C
neerslagverdeling
D
uren zonneschijn

Slide 31 - Quiz

Welk begrip past er het best bij deze foto (gevolgen van de overstromingen in Duitsland -zomer 2021
A
irrigatie
B
verzilting
C
neerslag verdeling
D
piekafvoer

Slide 32 - Quiz

Nuttige neerslag is
A
Neerslag die van nut is
B
Verschil tussen verdamping en neerslag
C
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid
D
De intensiteit waarmee neerslag valt

Slide 33 - Quiz

De afbeelding hiernaast gaat over
A
neerslagverdeling
B
neerslagintensiteit
C
piekafvoer
D
waterbalans

Slide 34 - Quiz

In Spanje kan het heel droog zijn, toch doet men daar veel aan landbouw. Dat wordt mogelijkgemaakt door...(zie pijl)
A
Irrigatie
B
Firn-irrigatie
C
Flir-irrigatie
D
Druppel-irrigatie

Slide 35 - Quiz

Een groot nadeel van irrigatie kan zijn...
A
verkwisting
B
vervilting
C
verzilting
D
verplooiing

Slide 36 - Quiz

Het weer en het klimaat in de VS wordt sterk beïnvloed door...
A
ligging van de bergen
B
ligging aan zee
C
ligging van heuvels
D
plat landschap

Slide 37 - Quiz

Vanuit het noorden(gezien vanuit de VS) komt
A
warme lucht
B
koude lucht

Slide 38 - Quiz

Dit is Alaska, het heeft een...klimaat
A
Landklimaat
B
Toendraklimaat
C
Tropisch regenwoud
D
Sneeuw/Ijsklimaat

Slide 39 - Quiz


A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
toendraklimaat
D
Middelandse Zeeklimaat

Slide 40 - Quiz

Deze vliegtuigen zijn opgeslagen in een ..... zodat ze niet gaan roesten...
A
woestijnklimaat
B
middelandsezeeklimaat
C
landklimaat
D
zeeklimaat

Slide 41 - Quiz

Dit is natuurlijk een duidelijk vb. van een....
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
toendraklimaat
D
hooggebergteklimaat

Slide 42 - Quiz

De klimaatdiagram hiernaast is van een...
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Woestijnklimaat
D
Steppeklimaat

Slide 43 - Quiz

De klimaatgrafiek hiernaast is van een...
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
tropisch regenwoudklimaat

Slide 44 - Quiz

Het plaatje hiernaast laat zien...
A
intensieve landbouw
B
extensieve landbouw

Slide 45 - Quiz

Op de foto zie je
A
handelsgewassen
B
voedselgewassen

Slide 46 - Quiz

Einde

Slide 47 - Diapositive