Hoofdstuk 1 / 2 / 3 alle meerkeuze vragen

Weer en Klimaat: H1, 2 en 3
Wat weet jij al/nog?
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat: H1, 2 en 3
Wat weet jij al/nog?

Slide 1 - Diapositive

Een lijn die gebieden met dezelfde luchtdruk met elkaar verbindt noem je
A
barometer
B
Hectopascal
C
isofix
D
isobaar

Slide 2 - Quiz

Als de isobaren op een weerkaart dicht op elkaar liggen, dan waait het....
A
hard
B
zacht

Slide 3 - Quiz


A

Slide 4 - Quiz

Bij een lage luchtdruk is er meestal kans op
A
neerslag
B
droog weer

Slide 5 - Quiz

Bij een hoge luchtdruk is er meestal (maar niet altijd!) kans op
A
warm weer
B
droog weer
C
koud weer
D
nat weer

Slide 6 - Quiz

Welke zin past niet bij het weer, maar bij klimaat?
A
het waait nu niet buiten
B
er valt 4mm regen vandaag
C
het was gisteren een zonnige dag
D
de gemiddelde jaartemperatuur is 14 graden in De Bilt

Slide 7 - Quiz

Iemand zegt: Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange periode (30 jaar).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Volgens je boek zijn er 5 klimaatfactoren: welke van de onderstaande punten is GEEN klimaatfactor?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Soort oppervlak (water of land)
D
Luchtvervuiling

Slide 9 - Quiz

Temperatuur meet je in graden...
A
Beaufort
B
Richter
C
Beaulieu
D
Celsius

Slide 10 - Quiz

Het is nu bij ons winter, welk seizoen is het dan op het zuidelijk halfrond?
A
winter
B
zomer
C
herfst
D
lente

Slide 11 - Quiz

Hoe hoger je komt, hoe kouder. Hoeveel graden wordt het kouder per 1000 meter?
A
4 graden kouder
B
6 graden kouder
C
8 graden kouder
D
10 graden kouder

Slide 12 - Quiz

De temperatuur in Berlijn in de winter ligt lager dan in Amsterdam. Dat komt door....
A
Berlijn ligt noordelijker
B
Berlijn ligt niet aan zee
C
Berlijn heeft een koude luchtstroom
D
Berlijn heeft kortere zonnestralen

Slide 13 - Quiz

Op de afbeelding staat de zon loodrecht op de Kreeftskeerkring (net boven de evenaar)
Het is dus ... op het noordelijk halfrond.
A
zomer
B
winter
C
Lente
D
herfst

Slide 14 - Quiz

Op de Noordpool is het kouder dan op de evenaar. Welke reden klopt er NIET?
A
zonnestralen leggen een langere afstand af naar de noordpool
B
zonnestralen verwarmen een groter oppervlak bij de noordpool
C
zonnestralen botsen bij hun reis naar de noordpool op meer stofdeeltjes
D
zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak bij de noordpool

Slide 15 - Quiz

In de ballon zit (1) luchtdruk, daarbuiten is de luchtdruk (2).
A
1=hoge, 2=lage
B
1=lage, 2=hoge
C
1=hoge, 2=hoge
D
1=lage, 2=lage

Slide 16 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Hoge luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
B
Hoge luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk
C
Lage luchtdruk stroomt naar hoge luchtdruk
D
Lage luchtdruk stroomt naar lage luchtdruk

Slide 17 - Quiz

Hoe waait de wind in Scandinavië (Noorwegen, Zweden, Denemarken)?
A
aflandig
B
aanlandig

Slide 18 - Quiz

Waar is de kans op regen het grootst?
A
Boven zee/IJsland
B
Boven het vaste land

Slide 19 - Quiz

Wat kun je zeggen over de windrichting op het noordelijk halfrond?
A
Die heeft een afwijking naar links (met de wind in je rug)
B
Die heeft een afwijking naar rechts (met de wind in je rug)

Slide 20 - Quiz

Welke zin klopt niet over de evenaar?
A
het is daar warm
B
het is daar droog
C
er valt daar veel neerslag
D
zonnestralen leggen daarnaartoe een korte afstand af

Slide 21 - Quiz

Wat past wel bij de keerkringen?
(2 antwoorden zijn goed!)
A
Je vindt daar veel tropisch regenwoud
B
Je vindt daar veel woestijn
C
Het is daar warm en er valt bijna geen neerslag
D
Het is daar warm en er valt veel neerslag

Slide 22 - Quiz

Hoe heet deze vorm van neerslag?
A
stuwingsneerslag
B
stijgingsneerslag
C
drempelwaarde neerslag
D
frontale neerslag

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het gebied aan de linkerzijde van de berg, waar de neerslag valt?
A
loefzijde
B
droefzijde
C
blijzijde
D
lijzijde

Slide 24 - Quiz

Op het plaatje hiernaast zie je een duidelijk voorbeeld van...
A
koufront
B
warmtefront
C
occlusiefront
D
omicronfront

Slide 25 - Quiz

Op het plaatje hiernaast zie je een duidelijk voorbeeld van...
A
koufront
B
warmtefront
C
occlusiefront
D
omicronfront

Slide 26 - Quiz

Boyd zegt:

Een koufront zorgt voor veel neerslag.
A
Boyd heeft gelijk
B
Boyd heeft ongelijk

Slide 27 - Quiz

Het kaartje hiernaast gaat over...
A
neerslagintensiteit
B
zonneschijn per maand
C
neerslagverdeling
D
uren zonneschijn

Slide 28 - Quiz

Welk begrip past er het best bij deze foto (gevolgen van de overstromingen in Duitsland -zomer 2021)?
A
irrigatie
B
verzilting
C
neerslag verdeling
D
piekafvoer

Slide 29 - Quiz

Nuttige neerslag is...
A
Neerslag die van nut is
B
Verschil tussen verdamping en neerslag
C
De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid
D
De intensiteit waarmee neerslag valt

Slide 30 - Quiz

De afbeelding hiernaast gaat over:
A
neerslagverdeling
B
neerslagintensiteit
C
piekafvoer
D
waterbalans

Slide 31 - Quiz

In Spanje kan het heel droog zijn, toch doet men daar veel aan landbouw. Dat wordt mogelijk gemaakt door...(zie foto)
A
Irrigatie
B
Firn-irrigatie
C
Flir-irrigatie
D
Druppel-irrigatie

Slide 32 - Quiz

Een groot nadeel van irrigatie kan zijn...
A
verkwisting
B
vervilting
C
verzilting
D
verplooiing

Slide 33 - Quiz

Het weer en het klimaat in het westen van de VS wordt sterk beïnvloed door...
A
ligging van de bergen
B
ligging aan zee
C
ligging van heuvels
D
plat landschap

Slide 34 - Quiz

Vanuit het noorden(gezien vanuit de VS) komt
A
warme lucht
B
koude lucht

Slide 35 - Quiz

Dit is Alaska, het heeft een ...klimaat
A
Landklimaat
B
Toendraklimaat
C
Tropisch regenwoud
D
Sneeuw/IJsklimaat

Slide 36 - Quiz

Welk klimaat zie je hier?
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
toendraklimaat
D
Middelandse Zeeklimaat

Slide 37 - Quiz

De klimaatdiagram hiernaast is van een...
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Woestijnklimaat
D
Steppeklimaat

Slide 38 - Quiz

De klimaatgrafiek hiernaast is van een...
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
woestijnklimaat
D
tropisch regenwoudklimaat

Slide 39 - Quiz

Het plaatje hiernaast laat zien...
A
intensieve landbouw
B
extensieve landbouw

Slide 40 - Quiz