week 5 - les 3 - herhaling gramm. h1 + 2 +3 AH1

Afspraken online les
* Camera AAN    Niet aan = absent  (komt in Magister)
* Microfoon gedempt


Heb je een vraag tijdens de uitleg?
--> Zet je microfoon aan en stel de vraag
Wacht even als meerdere een vraag hebben.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Afspraken online les
* Camera AAN    Niet aan = absent  (komt in Magister)
* Microfoon gedempt


Heb je een vraag tijdens de uitleg?
--> Zet je microfoon aan en stel de vraag
Wacht even als meerdere een vraag hebben.

Slide 1 - Diapositive

lesprogramma do 4/2
  • herhalen lesstof van dinsdag
  • nakijken huiswerkopdrachten 1 + 4  (p.90/91)
  • zijn er vragen over de zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden?
  • huiswerk voor maandag: video-uitleg op NN online (H5 woordsoorten) bekijken. De theorie op p. 150 lezen mag ook.

Slide 2 - Diapositive

De leerlingen hebben hard gefietst.


Zelfstandig werkwoord staat meestal achterin de zin, als er meer ww-en in een zin staan.

De leerlingen zouden hard hebben moeten fietsen.
Grammatica woordsoorten
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 3 - Diapositive


Wat is het zelfstandige werkwoord?

De kinderen gaan vanmiddag in het park spelen.
A
gaan
B
gaan + spelen
C
spelen
D
de kinderen

Slide 4 - Quiz


Wat is het hulpwerkwoord?

Waarom heb je niet goed geluisterd?
A
heb + geluisterd
B
heb
C
heb je
D
geluisterd

Slide 5 - Quiz


Wat is het zelfstandige werkwoord?

Zat je te slapen tijdens de uitleg?
A
zat
B
je
C
zat + slapen
D
slapen

Slide 6 - Quiz


Wat zijn de hulpwerkwoorden?

Hij vroeg of ik hem wilde helpen verhuizen.
A
vroeg
B
wilde
C
vroeg, wilde, helpen
D
wilde, helpen, verhuizen

Slide 7 - Quiz

Ik
zou
wel
een hond
willen
hebben.
hww
zww
hww

Slide 8 - Question de remorquage

Nakijken opdracht 1
Het zijn sleepvragen, dus als je je huiswerk hebt gemaakt kun je het daarmee nakijken. Heb je het niet gemaakt, dan moet je alsnog aan de bak... :)

Slide 9 - Diapositive

Els wil graag een keer gaan bungeejumpen.
Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
w1l
gaan
bungeejumpen

Slide 10 - Question de remorquage

Voor een Elfstedentocht moet het echt veel harder gaan vriezen.

Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
moet
gaan
vriezen

Slide 11 - Question de remorquage

Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
had
kunnen
bewaren

Slide 12 - Question de remorquage

De buurvrouw zal echt wel voor je plantjes willen zorgen tijdens de vakantie. 

Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
zal
willen
zorgen

Slide 13 - Question de remorquage

In de nieuwe pizzeria zou Pieter heerlijk gegeten hebben.

Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
zou
gegeten
hebben

Slide 14 - Question de remorquage

De volgende keer moet Luuk de afwas zorgvuldiger doen.

Bepaal de PV, het WG en het ZWW
PV
wg
ZWW
moet
doen

Slide 15 - Question de remorquage

huiswerk voor maandag 8/2
huiswerk: lezen theorie over het voorzetsel op p 150 (H5) en/of kijken van de video-uitleg op NN online bij H5 grammatica  -voorzetsel.

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 4 - blz. 91
Jeffrey en Wesley zullen wel verlof krijgen voor de bruiloft. [zww] =
A
krijgen
B
zullen
C
verlof
D
zullen + krijgen

Slide 17 - Quiz

Opdracht 4 - blz. 91

Heb je al nagedacht over een verrassende bijdrage voor het familiefeest? [zn] =
A
over
B
familiefeest
C
verrassende
D
nagedacht

Slide 18 - Quiz

Opdracht 4 - blz. 91
De strenge docent keurde het opstel opnieuw af. [bnw] =
A
strenge
B
docent
C
opnieuw
D
opstel

Slide 19 - Quiz

Opdracht 4 - blz. 91
Tijdens de finale toonden de tegenstanders veel moed. [zww] =
A
tijdens
B
tegenstanders
C
toonden moed
D
toonden

Slide 20 - Quiz

Opdracht 4 - blz. 91

Je zult het niet geloven! [hww] =
A
je
B
niet
C
zult
D
geloven

Slide 21 - Quiz

Opdracht 4 - blz. 91
Een van de sollicitanten verloor zijn geduld in de wachtkamer. [blw] =
A
in
B
de
C
een
D
van

Slide 22 - Quiz