week 8 Lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welcome to today's class

Today's lesson:

• Repeat conditionals
  
• Discuss passive
• Practice passive
• Have a look at the test exercise and do a mock test

Goals:

• Knows what conditionals are. 
• Can form a correct conditional in context. 
• Knows when we use a passive
• Can form a passive in context.

Conditionals

4 vormen: (in het IF gedeelte, komt nooit Will of Would!!)

- zero: als je zeker weet dat het gebeurt (feiten): If you melt ice, it becomes water.

dus twee keer de present simple!

- first: als het best waarschijnlijk is dat het gaat gebeuren: If you study well, you will pass the test.

if + present simple, na de komma: will + ww

- second: als het niet waarschijnlijk is dat het gaat gebeuren: If I got the day off, I would sleep all day.

if + past simple, na de komma: would + ww

- third: als het absoluut niet gebeurd is in het verleden: We would have been sad if he had left.

if + past perfect, na de komma: would have + voltooid deelwoord (3e rijtje)

1st conditional about your retest tomorrow.

2nd conditional about you favourite hobby.

3rd conditional about your Christmas break.

Active:

Bij een actieve zin voert het onderwerp in de zin de actie uit:

Alice does her homework.

Passive:

Bij een passieve zin doet het onderwerp niets:

Homework is done by Alice.

Je ziet dat de werkwoordsvormen veranderen.

Wanneer gebruik je een passive?

1. Je gebruikt de passive als je nadruk wil leggen op de gebeurtenis en niet op wie iets heeft gedaan. 

The thief was arrested. 

2. Als niet bekend is wie iets heeft gedaan.

The painting has been stolen.

Stappenplan:

Van een actieve zin een passive maken.

Do the exercise on your handout

Onderstreep je onderwerp, werkwoord 

en lijdend voorwerp. 

Erna volg je het stappenplan: 

Writing prompt:

You have lost something very dear to your heart during your last holiday. 

Write and essay using the following grammar:

2x Passive 

1x First conditionals 

1x Second conditional 

1x Third conditional 

You have 15 minutes. 

Switch essays with your neighbour. 

Check their work.