Anesthesie 4

Anesthesie 4
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Anesthesie 4

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • Leerdoelen
  • Terugblik
  • Theorie
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er in de gaten gehouden door een anesthesist?
A
Bloedsomloop
B
Zenuwen
C
Ademhaling
D
Lichaamstemperatuur

Slide 4 - Quiz

Wat is een andere benaming voor algehele anesthesie?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe heet de schuine kant aan de punt van een anesthesienaald ?

Slide 6 - Carte mentale

Welke 2 pijnstillende middelen worden meestal gebruikt in anesthesievloeistof ?
A
Lidocaïne
B
Epinefrine
C
Vasoconstrictor
D
Prilocaïne

Slide 7 - Quiz

Noem drie soorten carpulespuiten?

Slide 8 - Carte mentale

Hoe heet het verdovingsvloeistof wat we bij patiënten met hart en vaatziekten gebruiken ?
A
Lidocaïne
B
Citanest
C
Epinefrine
D
Vasoconstrictor

Slide 9 - Quiz

Wat zie je op deze foto?
Bevel
Blanching
Citanest
Dentinox

Slide 10 - Question de remorquage

Infiltratie anesthesie
De anesthesievloeistof wordt aan de buitenkant tegen het bot aangelegd.
De vloeistof infiltreert in het spongieuze bot.

Als de zenuw in aanraking komt met de verdovingsvloeistof wordt de zenuwgeleiding geblokkeerd.

Toepassing : bovenkaak + front in de onderkaak

Slide 11 - Diapositive

In de bovenkaak moet ieder element apart worden verdoofd omdat de bovenkaak door vele takjes van de nervus Maxillaris , de nervi alveolaris superiores worden geïnnerveerd.

Voor anesthesie t.b.v. caviteitpreparatie is het geven van anesthesie buccaal in de omslagplooi vaak voldoende. Er wordt dan een depot gelegd ter hoogte van de wortelpunt

Doordat de anesthesievloeistof zich wat verspreidt rond het gebied waar deze wordt ingespoten wordt vaak ook het buurelement verdoofd.
Voor extractie dient er ook palatinaal anesthesie te worden toegediend. Daar het slijmvlies aan de palatinale zijde ook verdoofd dient te worden.

Slide 12 - Diapositive

Bij welke elementen wordt infiltratie anesthesie toegepast ?
A
Elementen Bovenkaak
B
Elementen Bovenkaak en Onderkaak
C
Elementen bovenfront en onderfront
D
Elementen Bovenkaak en onderfront

Slide 13 - Quiz

Waarin infiltreert de anesthesievloeistof bij infiltratie anesthesie ?

Slide 14 - Carte mentale

Geleidingsanesthesie
Door geleidingsanesthesie wordt de zenuwgeleiding van een gehele zenuwtak onderbroken.

Deze vorm van anesthesie wordt toegepast in de vorm van mandibulaire anesthesie , dit wordt ook wel mandibulair blok genoemd.

Slide 15 - Diapositive

Omdat de nervus alveolaris inferior diep in de onderkaak ligt is bereikt de anesthesie de zenuw niet als er in de omslagplooi wordt verdoofd. Daarom wordt de verdovingsvloeistof ingespoten bij het foramen mandibulae

Slide 16 - Diapositive

Hier loopt de nervus alveolaris inferior de onderkaak binnen. De tong wordt meestal ook verdoofd , dit komt doordat de zenuw die naar de tong loopt : de nervus mandibularis ook hierlangs loopt.

De nervus mentalis komt via het foramen mentale uit de onderkaak en loopt naar de onderlip. Deze zenuw is een tak van de nervus alveolaris inferior , daardoor wordt de gevoelsgeleiding ook hiervan geblokkeerd.

Slide 17 - Diapositive

Door de geleidingsanesthesie valt het gevoel van een gedeelte van het aangezicht in de omgeving van de onderkaak uit. Het gaat dan om de betreffende kaakhelft , de helft van de tong en de lip zijn gevoelloos.

De lip en tong spieren kunnen nog wel samentrekken , maar de bewegingen zijn minder gecontroleerd.

Voor het prepareren van een caviteit is de verdoving van een mandibulair blok voldoende. Voor extractie zal er ook nog buccaal in de omslagplooi verdoofd worden om zo de gingiva ook gevoelloos te maken.

Slide 18 - Diapositive

Het toedienen van geleidingsanesthesie
1
De patiënt opent zijn / haar mond ver
2
In de mond wordt dan een plooi zichtbaar bij de opstijgende tak van de onderkaak
3
Ongeveer 1 cm boven het occlusale vlak van de elementen van de onderkaak wordt de anesthesienaald ingebracht
4
De naald wordt tegen de ramus mandubulae geduwd en gaat zover dat de naald de omgeving van het foramen mandibuale bereikt wordt
5
In de buurt van het foramen mandibulae wordt een depot van anesthesievloeistof gelegd.

Slide 19 - Diapositive

Aandachtspunt bij geleidingsanesthesie
Het dient te worden vermeden om aan beide kanten mandibulaire anesthesie toe te dienen. 

Dan zou de volledige tong verdoofd zijn en dat is zeer onaangenaam. Met name het slikken wordt dan zeer lastig , wat o.a. het in de keelholte en trachea lopen van bloed en speeksel en verslikken tot gevolg kan hebben.

Slide 20 - Diapositive

Hoe wordt mandibulaire anesthesie ook wel genoemd ?

Slide 21 - Question ouverte

Waar wordt bij mandibulaire anesthesie de vloeistof ingespoten ?
A
Foramen mentale
B
Nervus mentalis
C
Foramen mandibulae

Slide 22 - Quiz

Waarom dient het voorkomen te worden om aan 2 kanten mandibulaire anesthesie toe te dienen?

Slide 23 - Diapositive

Intraligamentaire anesthesie
Een andere benaming is intraperiodontale anesthesie.





Groot voordeel van deze manier van anesthesie is dat allen het betreffende element verdoofd wordt.

Slide 24 - Diapositive

De anesthesie wordt toegediend in de ruimte tussen het wortelcement en het bot
Er moet op een aantal plaatsen rondom het element vloeistof worden toegediend.

Slide 25 - Diapositive

Waar wordt de anesthesie vloeistof toegediend bij intraligamentaire anesthesie ?
A
Tussen gingiva en bot
B
Tussen wortelcement en bot
C
In de omslagplooi
D
Bij het Foramen mandibulae

Slide 26 - Quiz

Intrapulpaire anesthesie
Bij deze vorm van anesthesie wordt de anesthesievloeistof rechtstreeks in de pulpa ingespoten.
Dit kan zowel in de pulpakamer als in de wortelkanalen.




Dit kan nodig zijn indien een element niet te verdoven is , en een endodontische behandeling nodig is.

Slide 27 - Diapositive

Wanneer wordt intrapulpaire anesthesie toegepast ?

Slide 28 - Diapositive

Anesthesie in een ontstoken gebied
Anesthesie geven in een ontstoken gebied is bijna niet mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn bij een abces of flegmone.

Een flegmone = een ontsteking van de diepere huidlagen, die vooral het bindweefsel van de onderhuid aantast. De ontsteking kan op de lymfe en bloedvaten overslaan.

Slide 29 - Diapositive

Door het aanwezige ontstekingsvocht wordt de verdovingsvloeistof onwerkzaam gemaakt.
Daarnaast is het ook gevaarlijk om in een geïnfecteerd gebied te verdoven daar dan de kans bestaat dat door de druk bacteriën zich door het lichaam verspreiden.

Slide 30 - Diapositive

Waardoor wordt de verdovingsvloeistof in een ontstoken gebied onwerkzaam gemaakt ?
Waarom is het gevaarlijk om in een geïnfecteerd gebied te verdoven ?

Slide 31 - Diapositive

Instructie bij anesthesie
Instructie is zeer belangrijk !

De instructie moet afgestemd worden op de patiënt :neem hiervoor de tijd , speel in op eerdere ervaringen

Anesthesie :
Effect : 
Gevoelloosheid
Psychologisch effect


Slide 32 - Diapositive

Opdracht: rollenspel
Vertel de patiënt hoe het geven van de anesthesie in zijn werk gaat en wat de patiënt kan verwachten. Het is niet raadzaam om te vertellen dat het geen pijn zal doen , het geven van anesthesie kan wel degelijk pijnlijk zijn , zeker in het gehemelte. Als de ervaring van de patiënt anders is dan de tandartsassistent heeft verteld is het vertrouwen van de patiënt in de tandartsassistent beschadigd.


Slide 33 - Diapositive

Opdracht: rollenspel
Indien er een ontstoken gebied verdoofd wordt , vertel dan aan de patiënt dat dat lastig is om te verdoven en dat de kans bestaat dat de patiënt nog iets voelt. Spreek af met de patient dat hij / zij dat aan mag geven door het opsteken van zijn/ haar hand. Zodat de behandelaar even kan stoppen. Deze kan dan proberen nog wat extra verdoving toe te dienen.

Een groot deel van angst bij patiënten kan de tandartsassistent wegnemen door eerlijke antwoorden te geven op de vragen van de patiënt.

Slide 34 - Diapositive

Advies na afloop van de behandeling 
Als de behandeling klaar is , is het belangrijk om de patiënt nog van informatie over de gegeven anesthesie te geven.

De anesthesie werkt nog ongeveer 2 uur door
Als de verdoving begint uit te werken , zal u een tintelend gevoel krijgen in het verdoofde gebied

Bijt u niet op de wang , lip of tong , deze kunt u kapot bijten zonder dat u dat merkt als de verdoving nog werkt.

Vermijd warm eten en drinken zolang de verdoving nog niet is uitgewerkt : u kunt vervelende brandwonden oplopen als de verdoving nog werkt

Slide 35 - Diapositive

Complicaties
Er treden bij het toedienen van lokale anesthesie nauwelijks complicaties op.
Er zijn een aantal complicaties die voor kunnen komen :

Ongewenste uitbreiding van de anesthesie

Bleekheid van de huid

Het niet uitwerken van de verdoving

Slide 36 - Diapositive

Ongewenste uitbreiding van de anesthesie
Het kan gebeuren dat zelfs het oog van de patiënt is mee verdoofd , zodat er niet met het oog geknipperd kan worden. Hierdoor zou de oogbol uit kunnen drogen. Door het dichtplakken van het ooglid kan letsel aan het oog worden voorkomen. Indien de verdoving is uitgewerkt verdwijnt ook de verdoving van het ooglid.

Slide 37 - Diapositive

Bleekheid van de huid

Blanching , de oorzaak hiervan is meestal het aanprikken van een bloedvat. Door de werking van de vasoconstrictor in de vloeistof vernauwt het aangeprikte bloedvat. De verschijnselen verdwijnen meestal na een aantal minuten tot een half uur.

Slide 38 - Diapositive

Het niet uitwerken van de verdoving
Indien verdoving langer dan een dag blijft werken , zou het mogelijk kunnen zijn dat de zenuw beschadigd is. De kans op een beschadiging van een zenuw is klein. Indien de verdoving na 24 uur nog werkt is het verstandig dat de patiënt contact opneemt met de praktijk , zodat er nader onderzoek gedaan kan worden.


Slide 39 - Diapositive

Wat vond je van deze les, wat heb je geleerd, wat kon er beter?

Slide 40 - Carte mentale