Anesthesie 3

Anesthesie 3
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Anesthesie 3

Slide 1 - Diapositive

Inhoud 
  • Leerdoelen
  • Terugblik vorige les
  • Theorie
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je vertellen wat algehele anesthesie en lachgassedatie inhoud.

Aan het einde van deze les ken je de twee pijnstillende middelen in anesthesievloeistof.

Aan het einde van deze les kan je vertellen welke bloedvatvernauwende middel vaak gebruikt wordt en de functie ervan.

Aan het einde van de les kan je de verschillende carpulespuiten benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Hoe noemen we de 5e hersenzenuw?
A
Nervus Mentalis
B
Nervus Trigeminus
C
Nervus Facialis
D
Nervus Maxillaris

Slide 4 - Quiz

Nervus Trigeminus splits zich op in 3 vertakkingen. Hoe heet de 1e vertakking?
A
Nervus Mandibularis
B
Nervus Hypoglossus
C
Nervus Opthalmicus
D
Nervus Maxillaris

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we de 2e vertakking?

Slide 6 - Question ouverte

De nervus Mandibularis verzorgt sensorisch het gevoel in....?

Slide 7 - Carte mentale

Anesthesie
Anesthesie = toestand van gevoelloosheid.

Kunstmatige gevoelloosheid : gevoelloosheid die wordt veroorzaakt door een behandelaar

Slide 8 - Diapositive

Algehele anesthesie
Wat is algehele anesthesie
Bij algehele anesthesie wordt de patient geheel verdoofd. Een andere benaming hier voor is: narcose
Algehele anesthesie wordt in de tandheelkunde vooral gebruikt bij:
Kaakoperaties.
Zeer angstige patiënten
Patiënten met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking

Vindt plaats in :
In het ziekenhuis,
In speciale praktijken

Door wie wordt het verzorgt?
De narcose wordt verzorgt door de anesthesist of anesthesioloog.
(= is de bewaker van de patiënt)

Wat wordt er in de gaten gehouden door de anesthesist?
Bloedsomloop
Ademhaling
Eventuele (bij) verschijnselen van de algehele narcose

Slide 9 - Diapositive

De patiënt krijgt intraveneus            middelen toegediend om het bewustzijn uit te schakelen

Daarbij wordt ook het volgende toegediend:
Pijnstillers
spierverslappers

Een patiënt die onder narcose is kan niet zelfstandig ademhalen.

in de aderen
Er wordt een buis / tube via de mond in de luchtpijp gebracht omte kunnen beademen.

Slide 10 - Diapositive

Het proces van algehele anesthesie bestaat 
uit 3 fases.

1: de inleiding : het in slaap brengen

2: de periode waarin de operatie plaatsvindt : onderhouden van de           narcose

3: de uitleiding : het wakker worden

(Na het doorlopen van deze fases is er na verpleging totdat de narcose in zijn geheel is uitgewerkt.) 

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt er in de gaten gehouden door de anesthesist bij algehele anesthesie?
A
Bloedsomloop
B
Lichaamstemperatuur
C
Ademhaling
D
Zenuwen

Slide 12 - Quiz

Wat is anesthesie?

Slide 13 - Question ouverte

Lachgassedatie
Lachgassedatie is een verdovingsvorm waarbij de patiënt bij bewustzijn is.
 
Lachgassedatie wordt gebruikt in een mengsel 
van maximaal 50% lachgas en 50% zuurstof.

Het werkt:
Licht pijnstillend ( analgetisch )
Zorgt voor een minimale spierverslapping( spierrelaxatie )
werkt angstverminderend ( anxiolytisch )

Slide 14 - Diapositive

Ruimte waarin het wordt gebruikt
In de ruimte waarin lachgassedatie wordt gebruikt is een goede luchtafzuiging en luchtverversing noodzakelijk , om te voorkomen dat de tandarts en de assistent (en) het uitgeademde lachgas inademen.

Angstige patiënten
Deze vorm van verdoving wordt vaak gebruikt om zeer angstige patiënten en patiënten met een verstandelijke beperking te laten wennen aan tandheelkundige behandelingen . Soms kan na verloop van tijd steeds minder lachgas worden toegediend bij behandelingen tot de behandelingen helemaal zonder lachgas gedaan kunnen worden.

Toediening
Wordt toegediend via een kapje dat op de neus geplaatst wordt. Het is noodzakelijk dat de patiënt in staat is om via de neus in te ademen.
Weetjes

Slide 15 - Diapositive

Lokale anesthesie
Lokale anesthetica =
Zijn stoffen die de geleiding van prikkels via de zenuwen kunnen blokkeren.

Slide 16 - Diapositive

Oppervlakte anesthesie
Bevriezen met Chloorethyl , of Xylocaïne zalf of spray


Het slijmvlies wordt zo gevoelloos gemaakt. Deze methode kan gebruikt worden als voorverdoving , zo wordt een ‘’prik’’ niet gevoeld.

Slide 17 - Diapositive

 Chloorethyl
Bevriezen met Chloorethyl 

Slide 18 - Diapositive

Xylocaïne
Bevriezen Xylocaïne zalf of spray

Slide 19 - Diapositive

Dentinox
Dentinox wordt gebruikt bij kinderen bij het doorkomen van de gebitselementen .


Wordt aangebracht op de gingiva.
Werkt pijnstillend

Slide 20 - Diapositive

Lachgassedatie is een verdovingsvorm waarbij de patient niet bij bewust zijn is. Waar of Niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Analgetisch is..?
A
Pijnstillend
B
Angstverminderend
C
Spierverslappend

Slide 22 - Quiz

Bij wat voor patiënten wordt lachgassedatie gebruikt ? 
Wat voor werking heeft Dentinox en wanneer wordt dit gebruikt?

Slide 23 - Diapositive

Injectie 
Carpulespuiten : spuiten waarin een carpule met de verdovingsvloeistof wordt geplaatst.
Worden gebruikt om lokale anesthesie toe te dienen

Pijnstillendmiddel
Er zijn veel merken anesthesievloeistof. Bijna altijd bevat de vloeistof lidocaïne of prilocaïne als pijnstillend middel. 

Vasoconstrictor
Er wordt bijna altijd een bloedvatvernauwend middel (= vasoconstrictor ) toegevoegd aan de verdovingsvloeistof.
Waarom
Anesthesievloeiostof moet in een voldoende concentratie aanwezig zijn op de te verdoven locatie. Als een gebied goed doorbloed is loopt de concentratie snel terug.

Functie
Door de vasoconstrictor wordt de doorbloeding belemmerd en werkt de anesthesie langer. 
+ er zal tijdens de ingreep door het bloedvatvernauwende middel minder bloedverlies zijn.

Adrenaline/Epinefrine
Vaak is adrenaline het bloedvatvernauwende middel. In het Engels wordt adrenaline aangeduid met Epinefrine. (Dit is de stofnaam die is vastgelegd in het classificatiesysteem van de Wereld Gezondheids Organisatie voor geneesmiddelstofnamen.)

Citanest
Adrenaline heeft een stimulerende invloed op de werking van het hart. Bij patiënten met hart en vaatziekten is het veiliger om een verdovingsvloeistof zonder adrenaline te gebruiken. Een voorbeeld hiervan is Citanest

Slide 24 - Diapositive

Welke 2 pijnstillende middelen worden meestal gebruikt in anesthesievloeistof ?
A
Vasoconstrictor
B
Prilocaïne
C
Lidocaïne
D
Epinefrine

Slide 25 - Quiz

Wat is vaak het bloedvatvernauwende middel in anesthesievloeistof?
A
Vasoconstrictor
B
Prilocaïne
C
Lidocaïne
D
Epinefrine

Slide 26 - Quiz

Naalden
De naalden die op de carpulespuiten geplaatst kunnen worden zijn verkrijgbaar in diverse lengten en dikten en zijn disposable
 ( wegwerp )
De naalden waarmee anesthesie wordt gegeven hebben aan de punt een schuine kant : bevel.

Ten tijde van de injectie dient de bevel naar het bot toe te zijn gericht. Zo wordt het periost zo min mogelijk beschadigd.

Slide 27 - Diapositive

Soorten carpulespuiten
  • Aspiratiespuit
  • Traditionele carpulespuit
  • Intraligamentaire carpulespuit






Slide 28 - Diapositive

Aspiratiespuit 

Slide 29 - Diapositive

Met deze injectiespuit kan ook worden geaspireerd ( opgezogen ) bij plaatsen in een bloedvat komt tijdens het aspireren bloed in de carpule. 


De vloeistof zal zich dan namelijk via de bloedbaan verspreiden waardoor er lokaal bijna geen effect zal zijn. 

Controle
Dit opzuigen dient als controle , indien er bloed wordt opgezogen mag de injectievloeistof niet op deze plaats worden ingebracht. 
Injecteren in een bloedvat
Het injecteren in een bloedvat kan hartkloppingen veroorzaken bij de patiënt , ook spierkrampen , ademhalingsproblemen of zelfs een hartstilstand kunnen voorkomen.

Slide 30 - Diapositive

Blanching
Bij het inspuiten van de vloeistof in een kleiner vat kan het zo zijn dat de patiënt plaatselijk een bleke huid krijgt : blanching. De huid krijgt de normale kleur weer terug als de vasocontrictor is uitgewerkt

Slide 31 - Diapositive

Traditionele carpulespuit

Slide 32 - Diapositive

Met deze anesthesiespuit kan niet worden geaspireerd , hierdoor kunnen complicaties zoals beschreven bij de aspiratiespuit niet worden vermeden. 

Het heeft de voorkeur om een aspiratiespuit te gebruiken

Slide 33 - Diapositive

Intraligamentaire carpulespuit

Slide 34 - Diapositive

Met deze anesthesiespuit kan onder hoge druk de vloeistof in het parodontale ligament worden gespoten. Daar er hoge druk wordt gebruikt bestaat er de kans dat dat de glazen carpule breekt. Daarom zit er een metalen huls om de carpule

Slide 35 - Diapositive

Hoe heet de schuine kant aan de punt van een anesthesienaald ?

Slide 36 - Question ouverte

Wat is blanching ? En waardoor wordt dit veroorzaakt ?
Wat is aspireren ?

Welke 2 pijnstillende middelen worden meestal gebruikt in anesthesievloeistof ?

Slide 37 - Diapositive

Wat vond je van deze les, wat heb je geleerd, wat kon er beter?

Slide 38 - Carte mentale