B2P - herhalen ecologie

Wat is of wat zijn voorbeelden van een biotische factor?
A
Kunstmest
B
Stalmest
C
Gras
D
Zand
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Wat is of wat zijn voorbeelden van een biotische factor?
A
Kunstmest
B
Stalmest
C
Gras
D
Zand

Slide 1 - Quiz

Bij de overgang van zout naar zoet water verdween een aantal vissoorten uit het IJsselmeer. Enkele soorten werden talrijker. De Haring verdween en de Driedoornige stekelbaars bleef.

Welke tolerantiecurve past bij de soort Driedoornige stekelbaars?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C
D
Curve D

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Welke beweringen zijn juist:
1. De grijze vlakken stellen de biomassa voor die opgeslagen is in de organismen van dat niveau.
2. De grijze vlakken stellen onder andere het afval voor in de vorm van uitwerpselen van organismen in dat niveau.
3. De grijze vlakken stellen onder andere de energie voor die vrijkomt bij de verbranding van de in dat niveau aangegeven organismen.
A
Zowel 1 als 2
B
Zowel 1 als 3
C
Zowel 2 als 3
D
Alle beweringen zijn juist

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke organismen zijn de producenten van dit voedsweb?
A
Krabben
B
Bacteriën
C
Algen
D
Zeehonden

Slide 7 - Quiz

Welke rollen hebben de schelpdieren en wormen?
A
Producent
B
Consument 1e orde
C
Consument 2e orde
D
Consument 3e orde

Slide 8 - Quiz

Welk organismen is of welk organismen zijn de omnivoren van dit voedselweb?
A
Jonge vissen
B
Schelpdieren en wormen
C
Zoöplankton
D
Zeehonden

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Wie zijn de autotrofe organismen van dit voedselweb?
A
Buizerd
B
Smalle Weegbree
C
Vlierbes
D
Vos

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een organische stof?
A
Het is een energierijke stof
B
Planten nemen dit type stof op via o.a. hun wortels
C
De stof bevat altijd C en H atomen

Slide 12 - Quiz

Sommige bestrijdingsmiddelen hopen zich op in de toppredator van een voedselweb (bijvoorbeeld een roofvogel). Welke term hoort er bij dit principe?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Welk proces moet er bij nummer 3 staan?

Slide 15 - Question ouverte

Welk proces moet er bij nummer 4 staan?

Slide 16 - Question ouverte

Tussen een bepaalde stof en de producenten mist nog een pijl. Welke stof is dit en welk proces moet er bij de pijl staan?

Slide 17 - Question ouverte