Les 19 - Poëzie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Poëzie en anti-petrarkisme

Lesdoelen

Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:

- wat de kenmerken van poëzie zijn;

- wat je mooi en minder mooi vindt aan gedichten;

- hoe je een anti-petrarkisch gedicht schrijft.

Blues on tuesday

 Geen geld.
 Geen vuur.

 Geen speed.

 Geen krant.
 Geen wonder.
 Geen weed.

 

Geen brood.

 Geen tijd.
 Geen weet.

Geen klote.

 Geen donder.
 Geen reet.

Mooi of niet?

Strofenbouw

Een strofe is een groepje bij elkaar horende versregels. Boven en onder de strofe komt een witregel voor. Afhankelijk van het aantal versregels geven we de strofen namen. 

2 - distichon

3 - terzet of terzine

4 - kwatrijn

5 - kwintet

6 - sextet

7 - septet

8 - octaaf

Bij een sonnet zien we vaak dat de tekst wordt verdeeld in een octaaf en een sextet (2x4 en 2x3)

Wat maakt dat hier sprake is van poëzie?

Wat wil de dichter duidelijk maken met dit gedicht?

Wat wil 'ie nou?

Nog eentje dan...

Wat is de boodschap van Rene Oskam met dit gedicht?

Waarom zou hij hiermee in de renaissance traditie passen?

Enjambement

Van een enjambement is sprake als een versregel wordt beëindigd op een moment dat je het niet verwacht: midden in een zin als je geen pauze verwacht of zelfs midden in een woord.  

Anti-petrarkisme

Petrarka maakte sonnetten voor zijn geliefde Laura.

Hierin stelde hij haar voor als beeldschoon, maar koel en afstandelijk.

Ook werd hij verscheurd door tegenstrijdige gevoelens.

In de late renaissance ontstond een nieuwe stroming: het anti-petrarkisme.

- Hierin krijgt de zogenaamde geliefde opzettelijk negatieve eigenschappen.

- Hierna volgen weerzinwekkende beschrijvingen van de realistische menselijke kanten van de geliefde.

Aan de slag

Schrijf nu zelf een anti-petrarkisch liefdesgedicht. Het hoeft niet de vorm van een sonnet te hebben, maar houd je wel aan de eis van veertien regels.

Voor de theorie, ga naar pagina 29 en 30 van de reader. Ben je klaar? Werk dan verder aan opdracht 1 tot en met 25 op pagina 37 en 38. Dit is huiswerk voor maandag.