Lezen en schrijven 6, les 4 2023

Lezen en schrijven 6, les 4
Aanwezigheid(5 min)
Lesdoelen (2 min)
Herhaling van lessen tot nu toe (15 min)
Uitleg + oefenen kernzinnen, hoofd- en bijzaken herkennen (20 min)
Opdracht (10 min)
Exit tickets invullen (2 min)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lezen en schrijven 6, les 4
Aanwezigheid(5 min)
Lesdoelen (2 min)
Herhaling van lessen tot nu toe (15 min)
Uitleg + oefenen kernzinnen, hoofd- en bijzaken herkennen (20 min)
Opdracht (10 min)
Exit tickets invullen (2 min)

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen (2 min):

  • Je frist je kennis op van de tot nu toe behandelde onderwerpen
  • Je weet wat een kernzin is en kan hem herkennen in een tekst
  •  Je weet het verschil tussen hoofd- en bijzaken en kan dit uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Welke verschillende tekstsoorten zijn er? Noem een voorbeeld bij iedere tekstsoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ een zin met een middel-doel verband

Slide 4 - Question ouverte

Welke tekstverbanden weet je nog meer?
VB: Doel-middel

Slide 5 - Question ouverte

Welke strategieën kan je gebruiken als je een woord niet weet in de tekst?

Slide 6 - Question ouverte

De kernzin (12 min):
  • Staat meestal aan het begin (eerste regel) óf aan het einde van de alinea
  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden 

Uitzonderingen:
  1. Een alinea bevat géén kernzin. Dan moet je zelf de hoofdzaak bepalen (de belangrijkste informatie)
  2. De kernzin is de tweede zin, de eerste zin is dan een inleidende zin. Bijv. legt een verband met de vorige alinea

Slide 7 - Diapositive

Kernzin
Een kernzin bevat de belangrijkste informatie van een alinea.

In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.




Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat is de kernzin van een alinea? Typ je antwoord in eigen woorden

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn hoofdzaken? En wat bijzaken?

Slide 11 - Question ouverte

Waar staat de kernzin meestal?

Slide 12 - Question ouverte

Hoofd- en bijzaken (7 min):
Hoofdzaak:
  • Belangrijkste informatie in een tekst
  • Vaak  te vinden op voorkeurplaatsen zoals inleiding en slot
  • De hoofdzaak van een alinea staat vaak in een kernzin
  • Tussenkopjes en gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Bijzaak: 
Wat niet zo belangrijk is, kan weggelaten worden in de tekst. Denk aan voorbeelden of een toelichting.

Slide 13 - Diapositive

Bekijk de afbeelding

Wat is het onderwerp?
Antwoord
Woningnood

Slide 14 - Diapositive

Lees de tekst
De politie heeft in de nacht van vrijdag op zaterdag een achttienjarige man aangehouden omdat hij harddrugs bij zich had. De man bood twee vrouwen 'pepermuntjes' aan in een café in Bergen op Zoom. Die snoepjes bleken xtc-pillen te zijn. De politie werd gebeld door beveiligers, die waren gewaarschuwd door de twee vrouwen. Volgens een woordvoerder had de man een Smint-doosje bij zich. "Maar de inhoud kwam niet overeen met wat je daarbij zou verwachten."
Het doosje met 55 pillen bleek niet vol met snoepgoed, maar vol met harddrugs te zitten. De 'pepermuntjes' zijn getest op het politiebureau en bleken inderdaad xtc-pillen te zijn.

Slide 15 - Diapositive

Bij welk woord begint alinea 2? En bij welk woord begint alinea 3?
Alinea 2:........ Alinea 3:.......

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 1?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 3?

Slide 20 - Question ouverte

Opdracht (huiswerk)
  • Lees een artikel, of een verhaal (mag van de krant zijn, maar ook van internet van minimaal 600 woorden) TIP: plot 26 blinkotheek
  • Neem naar de volgende les mee: een kopietje van een bladzijde (of meerdere) waarin jij minstens drie van de volgende dingen herkent en tien dingen kunt markeren:
  • Feit of mening
  • Tekstverbanden (met signaalwoorden!)
  • Argumenten
  • Standpunt innemen
  • Beeldspraak
  • BELANGRIJK: Je neemt het kopietje leeg mee, het markeren en erbij schrijven wat het is, doen we in de volgende les!

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Welk, tot nu toe behandelde onderwerpen, vind jij nog lastig?
A
Samenvatten, kernzinnen, hoofdgedachte, hoofd- en bijzaken
B
Verbanden en signaalwoorden
C
Betekenis van een onbekend woord toch begrijpen
D
Verschillende tekstsoorten herkennen en hier voorbeelden bij kunnen geven

Slide 23 - Quiz