Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
De temperatuur zal morgen in het noorden van het land dalen naar zo’n 18 graden.
B
Omdat ik mijn arm in het gips heb, kan ik niet mee naar het zwembad.
C
Tijdens mijn maatschappelijke stage in het ziekenhuis heeft Ahmed veel geleerd.
D
In onze klas werd fel gediscussieerd over de ruzie tussen Herman en Boris.
Slide 2 - Quiz
Noteer de persoonsvormen (pv) en het voegwoord (vw).
Nazli is dertig euro verloren, omdat er een gat in haar jaszak zat. pv = a. ................. + b. ................. vw = c. .................
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Vul in.
genezen De wond aan mijn been ....................maar heel langzaam.
Slide 6 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Vul in.
Lijden
Door zijn gebroken poot .................... onze hond vreselijk veel pijn.
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
proosten Iedereen ....................op het succes van sponsorloop.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
Benoem het onderstreepte zinsdeel. Kies uit: persoonsvorm (pv), onderwerp (ow) of gezegde (gez.).
Met een stofzuiger heeft mijn moeder de hagelslag uit het kleed verwijderd.
A
persoonsvorm
B
gezegde
C
Onderwerp
D
voegwoord
Slide 10 - Quiz
Wat is het gezegde?
Het gezegde (gez.) bestaat altijd uit alle werkwoorden in de zin.
De persoonsvorm is een werkwoord, dus die zit altijd in het gezegde.
Het gezegde geeft aan dat iemand iets is, dat iemand iets doet of dat er iets gebeurt.
Slide 11 - Diapositive
Noteer de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow) en het gezegde (gez.) van de volgende zinnen:
De serveerster heeft de koffie naar de zaal gebracht.
Slide 12 - Question ouverte
Maak een zin waarin je het woord ‘brand’ als persoonsvorm gebruikt. De zin bestaat uit minimaal vijf woorden.
Slide 13 - Question ouverte
De afgelopen vier maanden eet ik iedere dag fruit. Daarnaast lust ik na het avondeten niets meer. Ik train zo'n drie keer in de week. Mijn figuur veranderd daardoor. Ik ben nu zo'n zeven kilo afgevallen. Maar de laatste maand ben ik niets afgevallen. Ik wordt hier echt gek van! Ik wil namelijk nog wel wat kilootjes kwijt.
Slide 14 - Carte mentale
In […] start mijn favoriete dramaserie met een nieuw seizoen.
A
october
B
oktober
Slide 15 - Quiz
Bij de […] kreeg ik uitleg over de medicijnen die ik kreeg voor mijn zere keel.
A
apotheek
B
apoteek
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Etentje
Synoniem voor: Mijn oma had 's avonds voor de hele familie een etentje georganiseerd in een goed Italiaans restaurant.