Startles Havo 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Start Havo 2

Deze les:

• Hoe gaat het met jullie?
• Regels
• checken wat weten we nog van vorig jaar?
• Wat gaan we dit jaar doen?
• Herhalingsopdrachten maken.
• Afsluiting. 

Aan het einde van deze les:

... Weet je hoe goed je de kennis van vorig jaar hebt onthouden (of bent vergeten)

... Weet je waar je het komende jaar mee gaat werken.

... Heb je geoefend met oefenvragen

... Kun je aangeven wat je nodig hebt om geschiedenis dit jaar tot een succes te maken.

Afspraken:

• Wanneer de docent aan het woord is ben je stil
• Wanneer je wat wil zeggen steek je je hand op en wacht je tot de docent zegt dat je wat mag zeggen.
• Huiswerk wordt gemaakt en gecontroleerd.
• Tijdens de les maak je aantekeningen in een schrift of document op de iPad (geen screenshots)

Dit weet ik nog van vorig jaar

Dit vond ik moeilijk

Herhaling: Tijdvakken van leerjaar 1

.

Tijdvak 1: Jagers en Boeren

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Tijdvak 3: Monniken en Ridders

Tijdvak 4: Steden en Staten.

Waar moest je op letten bij het maken van toetsvragen?

Leerjaar 2:

1.  Renaissance en Opstand
2. Ontdekking en verovering
3. Regenten en Vorsten
4. Burgers en Stoommachines
5. Nationalisme en Imperialisme

Aan de slag:

• Beantwoord de volgende vragen, deze vragen gaan over de lesstof van vorig schooljaar. Je mag antwoorden opzoeken in de lessen van vorig jaar.
• Kijk je antwoorden na, vul dan op de laatste dia in wat je van mij  nodig hebt om geschiedenis dit jaar een succes te maken
• Klaar? Check of de methode van leerjaar 2 werkt. 

Lees de twee stellingen hieronder, kies daarna het juiste antwoord.

Stelling 1: De landbouwrevolutie voltrok zich in korte tijd, in het jaar 10.000 v. Chr.
Stelling 2: Met de uitvinding van het schrift komt er een einde aan de prehistorie.

1. Stelling 1 is goed, stelling 2 is fout.
2. Stelling 1 is fout, stelling 2 is goed.
3. Stelling 1 en 2 zijn allebei goed.
4. Stelling 1 en 2 zijn allebei fout.

Gebruik bron 1
Gaat deze bron over het leven van een jager verzamelaar of dat van een boer? Leg je antwoord uit.

Gebruik bron 1
Welke 2 middelen van bestaan worden er genoemd in de bron?

Prehistorie

historie

Alleen ongeschreven bronnen

geschreven en 

ongeschreven bronnen

Gebruik de bronnen 1-3.Noteer de cijfers 1-3 met telkens welk middel van bestaan is afgebeeld.
Doe het zo: het middel van bestaan van de mensen op bron 1 is….. (doe dit ook voor bron 2 en 3)

Geef aan of de bron een feit of een mening is, leg je keuze uit met een voorbeeld uit de bron!
Doe het zo: Bron 1 is een (feit/mening), want in de bron staat ....

Vraag 8. Noem 2 oorzaken voor de val van het Romeinse Rijk die je ziet op de afbeelding.

Bekijk de bron.
Koppel de afbeelding aan een begrip uit het hoofdstuk.
Doe het zo: Deze afbeelding past bij het begrip (noem het begrip), want ik zie op de afbeelding … (leg je keuze uit en laat zien dat je weet wat het begrip betekent

Stel je voor, je wil onderzoek doen naar de Germanen in de tijd van Bonifiatius, is dit dan een betrouwbare bron? Leg je antwoord uit (denk aan de stapjes die je geleerd hebt in de les)

Is dit een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Je hebt in dit hoofdstuk 3 soorten mensen geleerd die volgens de kerk niet goed waren.
a. welke van deze drie zie je op de afbeelding?
b. noem ook de andere 2 groepen

Gebruik bron 1 en de kenmerkende aspecten van de tijd van steden en staten (A-D).
Bij welk kenmerkend aspect past de bron het beste? Kies het juiste antwoord

1. de opkomst van handel en het ontstaan van steden
2. de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
3. het begin van staatsvorming en centralisatie
4. de strijd tussen kerk en staat

Romaanse kerk

Gotische Kerk

dikke muren

 grote ramen

hoge muren met luchtbogen

kleine ramen

na 1200

ronde bogen

spitse bogen

voor 1200

Dit heb ik nodig van de docent om dit vak tot een succes te maken