H9.2 & H9.4 | Nieren & Ziek

H9.2 & H9.4 | Nieren & Ziek
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

H9.2 & H9.4 | Nieren & Ziek

Slide 1 - Diapositive

Wat is de poortader?
A
P
B
Q
C
Bovenste bloedvat
D
Rechter dunne bloedvat

Slide 2 - Quiz

De poortader is belangrijk.
Wat is waar over de poortader?
A
Vervoert veel voedingsstoffen
B
Vervoert veel zuurstof
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er in de lever?
De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat glycogeen op
C
Maakt gal
D
A, B en C zijn juist

Slide 4 - Quiz

Nierader
De nierader voert gezuiverd zuurstofarm bloed weg uit de nieren.
Nierslagader
De nierslagader brengt zuurstofrijk bloed met veel afvalsstoffen in de nieren.
Urineleider
Vervoert urine van de nierbekkens naar de urineblaas.
Urineblaas
Tijdelijke opslag van urine.
Urinebuis
De urinebuis vervoert urine van de urineblaas het lichaam uit.
Nierschors
Het nierschors filtert overtollig water, zout, afvalstoffen en andere schadelijke stoffen uit het bloed. Vervoert het naar het merg.
Niermerg
Het niermerg filtert overtollig water, zout, afvalstoffen en andere schadelijke stoffen uit het bloed. Vervoert het naar de nierbekkens.
Nierbekken
Het nierbekken verzameld uitgescheide stoffen uit het niermerg en voert het verder naar de urineleiders. 
Wat doen je nieren?

Slide 5 - Diapositive

VWO | Hoe werken je nieren?

Slide 6 - Diapositive

Werking nieren
  1. Nierslagader – nefronen in niermerg met kluwen haarvaten.
  2. Haarvaten als filter – bloeddruk drukt bloedplasma uit haarvat = filtratie
  3. Voorurine ontstaat (water/zouten/glucose+ afvalstoffen.
  4. Voorurine in nierkanaaltje – resorptie stoffen (glucose/deel zouten / osmose water) weer terug in bloed.
  5.  Urine blijft over – verzamelbuisje – nierbekken – urineleiders – blaas – urinebuis.


LR Bron 11 en 12 blz. 84 KK.

VWO | Werking van een nefron

Slide 7 - Diapositive

Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
D
Zuiveren de Urine

Slide 8 - Quiz

Wat is waar over voorurine?
A
In voorurine bevinden zich nefronen.
B
In voorurine bevinden zich alleen afvalstoffen.
C
In voorurine bevinden zich alleen nuttige stoffen.
D
In voorurine bevinden zich nuttige stoffen en afvalstoffen.

Slide 9 - Quiz

VWO | De nefronen bevinden zich in:
A
Het nierbekken
B
De nierader
C
De nierschors

Slide 10 - Quiz

VWO | In de nefronen van de nieren vindt filtratie plaats.
Op welke plaats in een nefron is er sprake van filtratie?
A
kluwen van haarvaten
B
nierbekken
C
nierkanaaltje
D
verzamelbuisje

Slide 11 - Quiz

Maken H9.2
HV: Laatste 2 vragen goed? Sla opdracht 19 over
Maak opdracht 17 tm 20

VWO: Laatste 4 vragen goed? Sla opdracht 21 over
Maak opdracht 19 tm 24
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Ziek

Slide 13 - Diapositive

ziekteverwekkers
bacteriën, virussen , schimmels
Ziekteverwekkers

Slide 14 - Diapositive

Virus
  • Dringt een cel binnen
  • Heeft de cel nodig om zich zelf te delen.
  • Wanneer er genoeg kopieën zijn gaat de cel dood en komen de virussen vrij. 


1. Dringt cel binnen

2. Deelt zich

3. Maakt cel kapot

4. Zoekt nieuwe cellen
Virus

Slide 15 - Diapositive

Verloop van een infectieziekte.

Slide 16 - Diapositive

Algemene en specifieke afweer
  • Algemene afweer 
  • Specifieke afweer 

Slide 17 - Diapositive

Versleep de woorden naar het juiste begrip. Dus hoort het bij bacterie of virus of allebei?
Bacterie
Virus
Ik ben de grootste van de twee
Ik ben een ziekteverwekker
Ik ben soms ook juist hartstikke nuttig
Ik gebruik cellen van het lichaam om zo te kunnen vermeerderen

Slide 18 - Question de remorquage

Zet de afbeeldingen van het verloop van een infectieziekte in de goede volgorde.

Slide 19 - Question de remorquage

Het verloop van een infectieziekte bestaat uit een aantal stappen. Zet deze op de goede volgorde:
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Diagnose
Genezen
Incubatie
Prognose
Besmetting
Symptomen

Slide 20 - Question de remorquage

Algemene afweer
Specifieke afweer
Koorts
Maagsap
Slijmvliezen
Witte bloedcellen: 'antistofcellen'
Huid
Antistoffen
Witte bloedcellen: 'vreetcellen'

Slide 21 - Question de remorquage

Maken H9.4
HV: Laatste 4 vragen goed? Sla opdracht 1, 2, 3 & 6 over
Maak opdracht 1 tm 17

VWO: Laatste 4 vragen goed? Sla opdracht 1, 2, 3 & 6 over
Maak opdracht 1 tm 15
timer
25:00

Slide 22 - Diapositive