Oefenen met Snelheid

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Gemiddelde snelheid
Bij het berekenen van de snelheid, bereken je vaak de gemiddelde snelheid.

De gemiddelde snelheid is de snelheid die je gemiddeld hebt gehad over een langere afstand.


Slide 2 - Diapositive

Een sprinter doet ongeveer 10 seconden over de 100m.

Dat is elke seconde 10 meter.
ofwel 10m/s

Slide 3 - Diapositive

Snelheid berekenen
s = Afstand in kilometers (of meter)

v = Snelheid in km/h (of m/s)

t = tijd in uur (of seconde)

Slide 4 - Diapositive

Meneer Swint gaat op de racefiets van Groningen naar school, met een gemiddelde snelheid van 25 km/h doet hij er 45 min over. Welke afstand heeft hij gereden?

Slide 5 - Diapositive

Meneer Swint gaat op de racefiets van Groningen naar school, met een gemiddelde snelheid van 25 km/h doet hij er 45 min over. Welke afstand heeft hij gereden?


Omrekenen van min om naar uren?
aantal min : 60 = ..... h
Omrekenen van uren en min?
Het gehele getal is aantal uren
Achter de komma x 60 is aantal min
1, 65h = 1 h  en (0,65 x 60 min) = 1 h 39 min

Slide 6 - Diapositive

Meneer Swint gaat op de racefiets van Groningen naar school, met een gemiddelde snelheid van 25 km/h doet hij er 45 min over. Welke afstand heeft hij gereden?


Gegevens:       v = 25 km/h     en    t = 45 min
Gevraagd:        s in ?
Formule:           s = v x t
Omrekenen:    aantal min : 60 = ..... h  --->  45 : 60 = 0,75h
Invullen:            s = v x t    =>   s = 25 km/h x 0,75h = 18,75 km
Check:                Klopt!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 9 - Quiz

Welke formule gebruik je bij het berekenen van snelheid
A
snelheid = afstand * tijd
B
snelheid = afstand : tijd
C
snelheid = tijd : afstand
D
snelheid = tijd * afstand

Slide 10 - Quiz

Van snelheid in m/s naar snelheid km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36

Slide 11 - Quiz

Stefan fiets 5 kilometer in 15 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 km/h
B
15 km/h
C
20 km/h
D
25 km/h

Slide 12 - Quiz

Jonathan loopt 10 km/h hard. Hij loopt 20 minuten. Hoeveel kilometer heeft hij gelopen?
A
2 kilometer
B
3.33 kilometer
C
5 kilometer
D
30 kilometer

Slide 13 - Quiz