Voeding
1 / 20
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waarom moeten we gezond eten
A
Geeft het lichaam brandstof om te kunnen functioneren
B
Om processen in het lichaam aan te kunnen sturen
C
Omdat het goed voor je is
D
Geen idee
Slide 2 - Quiz
Welke voedingsstoffen zijn de energieleverende stoffen
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
alcohol
Slide 3 - Quiz
Koolhydraten; waar zit het in?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Vidéo
Vetten; wat is de voornaamste functie
A
brandstof
B
beide
C
bouwstof
D
geen van beide
Slide 6 - Quiz
Bij welke inspanning is vet de belangrijkste energiebron
A
bij hoge inspanning
B
bij rust
C
bij matige inspanning
D
nooit
Slide 7 - Quiz
Vetten; welke is goed
A
onverzadigde vetten
B
verzadigde vetten
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Eiwitten; wat is de voornaamste functie
A
brandstof
B
beide
C
bouwstof
D
geen van beide
Slide 10 - Quiz
welke sporter heeft meer eiwitten nodig
A
krachtsporter
B
duursporter
C
beide evenveel
Slide 11 - Quiz
eiwitten; welke zijn makkelijker te verteren?
A
plantaardige producten
B
dierlijke producten
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Wat zijn de overige voedingsstoffen
Slide 14 - Question ouverte
Vocht is een
A
brandstof
B
beide
C
bouwstof
D
geen van beide
Slide 15 - Quiz
wij bestaan voor hoeveel % uit vocht
A
10%
B
25%
C
55%
D
75%
Slide 16 - Quiz
Vanaf hoeveel % vochtverlies hebben we te maken met prestatievermindering
A
0%
B
2%
C
5%
D
10%
Slide 17 - Quiz
Waar zitten de meeste vezels in
A
bruin brood
B
wit brood
C
volkoren brood
