Grieks: mi-werkwoorden ARGO herhaling

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hier heb je 'praesensversterking':
een reduplicatie (=vooraan) van de θ (maar zonder aspiratie), enkel bij praes en impf.
(stam was oorspronkelijk θε
+ in het enk. krijg je een verlengde klinker

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Sleep de ww-vormen naar het juiste blok onderaan:
ind. praesens
ACTIEF
ind. praesens
MEDIUM/PASSIEF
ind. imperfectum
ACTIEF
ind. imperfectum
MEDIUM/PASSIEF
ind. aoristus
ἐτίθεντο
ἐτίθεσο
ἐτίθεσαν
ἐτίθην
τιθέασιν
τιθέμεθα
τίθησιν
ἐθεσαν
ἐτίθεις
τεθηναι

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

conj. praes.


opt. praes.

Slide 10 - Diapositive

conj. aor.
+opt. aor: de 'basisstam' zonder reduplicatie

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Het praesens: weet je het nog?
Hier heb je 'praesensversterking':
een reduplicatie (=vooraan) van de θ (maar zonder aspiratie), enkel bij praes en impf.

Slide 13 - Diapositive

Het praesens: weet je het nog?
Hier heb je ook 'praesensversterking':
geen reduplicatie (=vooraan), maar een infix (achteraan) de stam bij praes en impf!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

|
Deze gebruiken we bij de aoristus!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

< e+so
aor. medium + aor. passief
regelmatig      regelmatig

Slide 18 - Diapositive

Sleep de ww-vormen naar het juiste vak
ind. praesens
ACTIEF
ind. praesens
MEDIUM/PASSIEF
ind. imperfectum
ACTIEF
ind. imperfectum
MEDIUM/PASSIEF
ind. aoristus
ἐστησα
ἐδείκνυμεθα
ἐδείξα
δείκνυς
ἐδείκνυν
ἐδομεν
ῐ̔στᾶσῐν
ἐδείξατο
ἐδείκνυτε
ῑ̔́στης (2x)

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Na wat moeilijker: met perf en pqp erbij
ind. praesens
ind. imperfectum
Ind. perf.
ind. pqp.
ind. aoristus
ἐδείκνυσο
ἐλελυκα
ἐδείξασθε
δείκνυς
ἐδείκνυν
ἐδομεν
ῐ̔στᾶσῐν
γεγονα
λελυκαμεν
ἐδίδουν

Slide 26 - Question de remorquage

Koppel de Griekse vorm aan de juiste vertaling.
jullie waren geplaatst 
(Nadat is) gegeven
gegeven te worden
ik gaf
hij plaatst
jij plaatst 
τίθης
δίδοσθαι
ἐτέθητε
ἐδίδουν
τίθησιν
δόθεντα

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is een juiste vertaling voor ἐτιθεσο?
A
jij plaatst
B
jij plaatste
C
hij plaatste
D
hij heeft geplaatst

Slide 28 - Quiz

Wat is een juiste vertaling voor διδωται?
A
hij geeft (med, conj)
B
hij geeft (med, ind)
C
zij geven (act, conj)
D
zij geven (act, ind)

Slide 29 - Quiz

Wat is een juiste vertaling voor τιθετε?
A
jullie plaatsen
B
te plaatsen
C
plaats!
D
jullie moeten plaatsen

Slide 30 - Quiz

Wat is een juiste vertaling voor διδοασι?
A
hij geeft (act)
B
zij geven (act)
C
zij geven (med)
D
gevend (part. act. dativus meervoud)

Slide 31 - Quiz

Wat is een juiste vertaling voor τιθει?
A
hij plaatst (mediaal)
B
hij plaatst
C
plaats!
D
jij plaatst (mediaal)

Slide 32 - Quiz

Wat is een juiste vertaling voor διδῳ?
A
jij geeft (med, ind)
B
jij geeft (med, conj)
C
hij geeft (act, ind)
D
hij geeft (act, conj)

Slide 33 - Quiz

De grammatica van thema 3 lijkt mij

Slide 34 - Sondage