(Anders is de enige mogelijkheid voorafgaand aan de herkansing nog vrijdag 1-4)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Toets H3 en 4 gemist?
Aanstaande maandag (21-3) inhalen in het CIM!
(Anders is de enige mogelijkheid voorafgaand aan de herkansing nog vrijdag 1-4)
Slide 1 - Diapositive
Thuispracticum
kijk na op de lijst (voor wie heeft ingeleverd)
- Sta je wel op de lijst?
--> zo nee: naam toevoegen + met wie je hebt samengewerkt
- Staat er een uitroepteken bij je naam
-->uitroepteken betekent dat er ergens iets fout ging
--> advies keuze-uur
(vanmiddag 8ste of 9de, maandag 6de of 7de)
Slide 2 - Diapositive
Programma vandaag
vragen over opgaven + maken van de rest van 6.3 en 6.4
herhaling aan de hand van quizvragen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Aan de slag!
32 t/m 34 en 36 (6.3)
37, 38, 42 en 44 (6.4)
Slide 5 - Diapositive
Wat is de definitie van een zuur?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de definitie van een base?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is naam van een oplossing van HCl?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de formule van salpeterzuur?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe heet een oplossing van natriumhydroxide in water?
Slide 10 - Question ouverte
Teken twee watermoleculen die door middel van twee waterstofbruggen met een ureummolecuul zijn verbonden. Teken daarbij de watermoleculen in structuurformule en geef de waterstofbruggen weer met stippellijntjes.
Slide 11 - Question ouverte
Waarom zijn er geen waterstofbruggen mogelijk tussen water en methaan?
Slide 12 - Question ouverte
bepaal op basis van de molecuulformule of een stof waterstofbruggen kan maken
alleen Vanderwaalsbindingen
VDW èn waterstofbruggen
C3H8
C2H5OH
N2
O2
NO2
H2O2
Slide 13 - Question de remorquage
Opdracht: Je lost 0,34 mol CaCl2 op in water tot 2,0 L oplossing a. Geef de oplosvergelijking b. Wat is de molariteit van de oplossing? c. Wat is de molariteit van de Ca2+ -ionen in de oplossing? d. Wat is de molariteit van de Cl- - ionen in de oplossing?
Slide 14 - Question ouverte
Opdracht: Je lost 0,28 mol (NH4)2SO4 op in water tot 3,0 L oplossing a. Geef de oplosvergelijking b. Wat is de molariteit van de oplossing? c. Wat is de molariteit van de NH4+ ionen in de oplossing? d. Wat is de molariteit van de SO42- ionen in de oplossing?
Slide 15 - Question ouverte
Zet de volgende stoffen in volgorde van kookpunt (hoog-->laag)