Herhaling 4.1 t/m 4.5 + 4.7 determineren

Ordening
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ordening

Slide 1 - Diapositive

In welke 4 grote groepen worden organismen ingedeeld?

Slide 2 - Question ouverte

Vandaag
Herhalen basisstof 4.1 t/m 4.5

Uitleg determineren --> basisstof 4.7

Invullen werkboek opdracht 28

Oefenen met determineren

Slide 3 - Diapositive

Welke 3 kenmerken van cellen worden gebruikt bij de indeling van organismen?

Slide 4 - Question ouverte

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 5 - Question de remorquage

Een bacterie bestaat uit:
A
1 cel
B
2 cellen
C
meer cellen

Slide 6 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?

Slide 7 - Question ouverte


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 8 - Quiz

Roy zegt: Bacteriën planten
zich voort door deling

Emily zegt dat bacteriën zich voeden met dode resten van organismen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Roy: waar Emily: niet waar
D
Roy: niet waar Emily: waar

Slide 9 - Quiz

Mayke zegt dat sla kan bederven door bacteriën, het stinkt dan.

Görkem zegt dat bij de bereiding van yoghurt bacteriën worden gebruikt
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Mayke: waar Görkem: nietwaar
D
Mayke: nietwaar Görkem: waar

Slide 10 - Quiz


Schimmels zijn opgebouwd uit
A
sporen
B
wortels
C
plaatjes
D
draden

Slide 11 - Quiz


Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 12 - Quiz

Kunnen schimmels de afgevallen dode bladeren in een bos opruimen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Hoe planten schimmels zich voort?

Slide 14 - Question ouverte

Wat kun je vertellen over deze afbeelding...(hoe heet deze schimmel? Wat zijn de bolletjes? Waar wordt deze schimmel voor gebruikt?)

Slide 15 - Question ouverte


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 16 - Quiz


Ridderspoor is een
A
zaadplant
B
sporenplant

Slide 17 - Quiz


Gerst is een
A
zaadplant
B
sporenplant

Slide 18 - Quiz

1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
sporenplant

Slide 19 - Quiz


Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 20 - Quiz


Je ziet hier
A
een varen
B
sporendoosjes
C
sporenhoopjes
D
een zaadplant

Slide 21 - Quiz


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 22 - Quiz

Welk kenmerk vind je alleen bij zaadplanten?
A
Wortels
B
Stengels
C
Bladeren
D
Bloemen

Slide 23 - Quiz

Bij welke plant kun je sporen vinden?
A
Appelboom
B
Zonnebloem
C
Varen
D
Tomatenplant

Slide 24 - Quiz

Bij welke plant bevinden de sporen
zich in een sporendoosje?
A
Varen
B
Mos

Slide 25 - Quiz


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 26 - Quiz

Welke vorm van symmetrie zie je bij de olifant op de afbeelding?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 27 - Quiz

Welke vorm van symmetrie zie je bij de kwal op de afbeelding?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Niet symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 28 - Quiz

Welk type skelet heeft de kever in de afbeelding?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 29 - Quiz

Bij welke stam hoort dit dier?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Gewervelden
D
Geleedpotigen

Slide 30 - Quiz

Tot welke stam behoort de slang?
A
Gewervelden
B
Neteldieren
C
Geleedpotigen
D
Geleedpotigen

Slide 31 - Quiz

Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand, 
celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 32 - Question de remorquage


De veroorzaker van deze ziekten heeft alleen een celwand.
Het is een......
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 33 - Quiz

Aan het (huis) werk

Basisstof 4.7

Eerst samen

Daarna in tweetallen

Blz. 110+111 van je boek


Werkstuk: alles afmaken

Laat het iemand lezen voordat je het inlevert

Slide 34 - Diapositive