5VWO-Verlichting: herhaling

Historische Context 
De VERLICHTING (& bijkomende ontwikkelingen)
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Historische Context 
De VERLICHTING (& bijkomende ontwikkelingen)

Slide 1 - Diapositive

Verlichting

Slide 2 - Carte mentale

Verlichtingsideeën
- verstand en rede gebruiken (rationalisme en empirisme)
- strijden tegen misbruik van kerk en staat:
* tegen absolutisme (voor volkssoevereiniteit)
* voor religieuze tolerantie
* tegen standensamenleving

> verschil tussen gematigde en radicale stromingen

Slide 3 - Diapositive

Verlichtingsfilosofen
- Benedictus de Spinoza (1632-1677): God niet zien als persoon, maar alleen natuurlijke processen als goddelijk zien
- John Locke (1632-1704): mensen hebben natuurlijke rechten; regering regeert op basis van sociaal contract
Charles de Montesquieu (1689-1755): Trias Politica
- Voltaire (1694-1778): geloof is dogmatisch; zoeken naar logische rederingen
- Jean-Jacques Rousseau (1712-1778): volkssoevereiniteit
- Immanuel Kant (1724-1804): 'durf te denken' (rationalisme en empirisme samenbrengen)

Slide 4 - Diapositive

Verlicht absolutisme
absolute vorsten lagen onder vuur door Verlichting
mogelijke reacties:
- censuur/onderdrukking
- verlicht absolutisme

Slide 5 - Diapositive

Verlicht absolutisme
'een bestuursvorm waarin een absoluut vorst het algemeen belang op een rationele manier zegt te dienen'

Slide 6 - Diapositive

Bij welke "denker" past het nadenken over de rol van God in wat er op aarde gebeurt?
A
Spinoza
B
John Locke
C
Montesquieu
D
Socrates

Slide 7 - Quiz

Waarom is de Trias Politica belangrijk?
A
Voorkomt machtsmisbruik
B
Meer mensen besturen het land
C
koning wil ondersteuning
D
Wilde Montesquieu

Slide 8 - Quiz

Maatregel pas wel bij een verlicht absoluut vorst
Maatregel past niet bij een verlicht absoluut vorst
De vorst verhoogt de belasting op grond en gebouwen; de kerk hoeft deze belasting niet te betalen:
De vorst benoemt John, de zoon van een timmerman, tot kapitein in het leger vanwege zijn kwaliteiten
Om overstromingen in de toekomst te voorkomen, richt de vorst een instituut van waterbouwkunde op
De vorst besluit dat burgers in steden met meer dan 10.000 inwoners hun eigen bestuur mogen kiezen

Slide 9 - Question de remorquage

Om welke reden schaften sommige verlichte vorsten wel bepaalde privileges van de kerk af, zoals vrijstelling van het betalen van bepaalde belastingen, maar niet de privileges van de adel?
A
De adel bezat militaire macht, de kerk niet. De kerk kon zich daardoor moeilijker verdedigen tegen een koning.
B
De kerk was rijker dan de adel en was daardoor een belangrijk doelwit van verlichte vorsten op zoek naar geld.
C
Het volk luisterde vooral naar de adel, niet naar de kerk. De kerk kon dus gemakkelijker worden aangepakt.
D
Veel verlichte vorsten moesten weinig van religie hebben. De macht van de kerk moest daarom worden verkleind.

Slide 10 - Quiz

In de Nederlandse Republiek hadden burgers een relatief grote vrijheid van meningsuiting.
Welke twee verklaringen hiervoor zijn juist?
A
Burgers in de Republiek hadden het hoogste inkomen per hoofd van de bevolking in Europa.
B
Censuur in de Republiek was gemakkelijk te omzeilen door het versnipperde bestuur.
C
In de Republiek bestond een relatief hoge mate van religieuze tolerantie.
D
In landen zonder een vorst hebben burgers altijd meer vrijheid dan in landen met een vorst.

Slide 11 - Quiz