Les 9: Algemene afweer

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
- Huiswerkbespreking
- 3 Barrières
- Niet specifieke afweer
- Ontstekingsreactie
-Complementsysteem
- Specifieke afweer

Slide 2 - Diapositive

Welke cellen horen niet bij de algemene afweer?
A
Lymfocyten
B
Macrofagen
C
Granulocyten

Slide 3 - Quiz

Noem een functie van de milt.

Slide 4 - Question ouverte

Welke cel ruimt dode en beschadigde cellen op?
A
B-cellen
B
T-cellen
C
Monocyten
D
Lymfocyten

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen:
1. B-cel
2. T-cel 
3. Plasmacel

Slide 6 - Diapositive

3 Barrières
1. Niet aangeboren fysieke barrière (huid, slijmvliezen, traanvocht, speeksel)

2. Niet aangeboren cellulaire afweer (macrofagen, granulocyten)

3. Specifieke afweer (T-lymfocyten, B-lymfocyten)

Slide 7 - Diapositive

- 1e barrière

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

- 2e barrière

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Complementsysteem
- Na koppeling van een complementeiwit of antilichaam aan een antigeen wordt een waterval aan enzymatische reacties in gang gezet. 

- Leukocyten worden aangetrokken (chemotaxis)

- Doel: celdood van het antigen

Slide 12 - Diapositive

T- en B-lymfocyten - 3e barrière
Cellulaire afweer: gericht tegen geïnfecteerde cellen en zieke lichaamseigen cellen
(T-helpercellen, cytotoxische T -cellen, T-geheugen cellen) 

Humorale afweer: vrij in het plasma
(B-cellen, plasmacellen, B-geheugencellen)

Slide 13 - Diapositive

Macrofaag
De macrofaag hoort eigenlijk bij de 2e barrière, maar is de link tussen de niet-specifieke en specifieke afweer. 

De macrofaag fagocyteert de ziekteverwekkers en presenteert de eiwitten op het oppervlak van de cel. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Geheugen
Wanneer de infectie voorbij is blijven geheugencellen achter. 
Deze herkennen de epitoop op het antigen bij een volgende infectie en zetten meteen de afweer in gang. 
Dit gebeurt sneller dan de eerste keer, waardoor je minder ziek wordt. 

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk 
7 t/m 10 en 12

Slide 17 - Diapositive