Nectar H2 bewegen OEFENEN

Biologie H2 bewegen
oefenen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurBiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Biologie H2 bewegen
oefenen

Slide 1 - Diapositive

Knieschijf
Wervelkolom
Opperarmbeen
Dijbeen
Onderkaak
schouderblad
Ellepijp
Scheenbeen
Heupbeen
Spaakbeen
Ribben
Schedel

Slide 2 - Question de remorquage

Knieschijf
Wervelkolom
Opperarmbeen
Dijbeen
Onderkaak
Sleutelbeen
Ellepijp
Scheenbeen
Heupbeen
Spaakbeen
Ribben
Schedel

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto
Spaakbeen
Ellepijp

Slide 4 - Question de remorquage

Je borstkas bestaat uit drie onderdelen. Welke hoort hier NIET bij?
A
wervels
B
borstbeen
C
staartbeen
D
ribben

Slide 5 - Quiz

Wat zijn wel taken van het skelet?
Taak skelet
Vorm geven
Beweging
bescherming
stevigheid geven
ademhalen
eten verteren
spreken
stoffen maken

Slide 6 - Question de remorquage

Hebben kinderen veel lijmstof of weinig lijmstof
A
weinig
B
veel

Slide 7 - Quiz

Botten bestaan uit kalk en lijmstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot buigzaam is en kalkstof zorgt ervoor dat een bot hard is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Oudere mensen hebben meer kraakbeen in hun botten, waardoor ze sneller een bot kunnen breken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Beenverbindingen: koppel de naam bij het plaatje
Naad
Vergroeid
Kraakbeen
Gewrichten

Slide 11 - Question de remorquage

Alle .........................   vormen samen het skelet.
Zet de losse woorden op de juiste plek in de zinnen. 
Het .....................        maakt gewrichtsmeer
De gewrichtsknobbel draait in de ...........................
Bij een .................................... rekt het gewrichtskapsel uit of scheurt in. 
gewrichtskom
Beenderen
verstuiking
gewrichtskapsel

Slide 12 - Question de remorquage

Welke beenverbinding kan een beetje bewegen?
A
naadverbinding
B
vergroeiing
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 13 - Quiz

Beenverbindingen
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
gewrichten

Slide 14 - Question de remorquage

Welke beweringen is of welke beweringen zijn waar?
Bewering 1: In platte beenderen zit geel beenmerg.
Bewering 2: De groeischijven maken nieuw kraakbeen.

A
Bewering 1 en 2 zijn beide waar.
B
Alleen bewering 1 is waar.
C
Alleen bewering 2 is waar.
D
Geen van beide beweringen zijn waar.

Slide 15 - Quiz


Wat is een zweepslag?
A
spierkneuzing
B
spierkramp
C
spierpijn
D
spierscheuring

Slide 16 - Quiz

Door welk deel van een gewricht worden de knobbel en kom tegen slijtage beschermd en kan het gewricht soepel bewegen?
A
Gewrichtskapsel
B
Gewrichtskom
C
Gewrichtssmeer
D
Kraakbeen

Slide 17 - Quiz

Als een spier ontspant wordt deze lang en dun
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Zet de onderdelen in volgorde van groot naar klein
Grootst
Kleinst
Spiervezel
Spierbundel
Spier
Spiercel
Spierstelsel

Slide 19 - Question de remorquage

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot buigzaam is en kalkstof zorgt ervoor dat een bot hard is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat zit er in pijpbeenderen?
A
Rood beenmerg
B
Geel beenmerg
C
spierweefsel
D
gewrichtsmeer

Slide 21 - Quiz

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht
rol-
gewricht

Slide 22 - Question de remorquage

Je kogelgewricht zit in je heupen en in je...

Slide 23 - Question ouverte

Beschadiging aan een bot, gewricht of spier. Welk begrip hoort hierbij?

Slide 24 - Question ouverte


Wat is een verzwikking/ verstuiking?
A
Een beschadiging door een stomp of val.
B
Een beschadiging van het gewrichtskapsel en de kapselbanden.
C
Een bloedvat dat onder de huid is stukgegaan.
D
Een ontsteking van de aanhechtingsplaatsen van spieren

Slide 25 - Quiz

Wat voor orgaanstelsel zie je hier?

Slide 26 - Question ouverte

Je armspier levert meer kracht als er meer spiervezels samentrekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we twee spieren die een tegenovergestelde werking hebben, zoals de biceps en triceps?

Slide 28 - Question ouverte

wat voor soort blessure is dit?

Slide 29 - Question ouverte

Wat voor blessure is dit?

Slide 30 - Question ouverte

Welke functie hoort niet bij de warming up?
A
Opwarmen
B
Blessures voorkomen
C
In de sfeer komen
D
Orde scheppen

Slide 31 - Quiz

Als je teveel afvalstoffen in je spieren hebt. Wat is het gevolg? Dan krijg je welke spierblessure?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de functie van de dubbele S-vorm en kraakbeenschijven van je wervelkolom?
A
Beweging mogelijk maken
B
Schokken opvangen
C
Beschermen van de organen
D
Zenuwen beschermen

Slide 33 - Quiz

Goede houding

Slide 34 - Question de remorquage

Welke persoon heeft een goed houding?
A
Persoon A
B
Persoon B
C
Persoon C
D
Persoon D

Slide 35 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen vissen, amfibieën, zoogdieren, vogels en reptielen ?

Slide 36 - Carte mentale

Op welke manier is een vogel aanpast aan zijn levenswijze?

Slide 37 - Question ouverte

Waar hoort een hert bij?
A
zoolgangers
B
teengangers
C
hoefgangers/topgangers

Slide 38 - Quiz