H6 Grammatica Zinsdelen - Ambiguïteit

Ambiguïteit
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Ambiguïteit

Slide 1 - Diapositive

Bekijk het plaatje

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat gaat er mis op het plaatje van Fokke en Sukke?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Ambiguïteit
Ambigue = dubbelzinnig 
(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):
1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)
2) woordgroep met meerdere betekenissen
3) Redekundig ontleden
4) onduidelijke verwijzing

Slide 6 - Diapositive

1. homoniem (woord met meerdere betekenissen)
De taxichauffeur zette zijn klanten af.

Hier kan afzetten betekenen 'afleveren', maar ook 'te veel laten betalen'.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

2. Woordgroep (met meerdere betekenissen)
Jeroen bekijkt de nieuwste tekening van zijn zoon. Dat kan betekenen:
  • De nieuwste tekening waarvan zijn zoon de eigenaar is (zijn bezit).
  • De nieuwste tekening waarop zijn zoon staat afgebeeld.
  • De nieuwste tekening die zijn zoon gemaakt heeft.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)
Ferdinand groette de man met de pet.

Twee mogelijkheden:
De man met de pet = lijdend voorwerp
anders gezegd: De man met de pet wordt gegroet door Ferdinand.

De man= lijdend voorwerp
met de pet= bijwoordelijke bepaling
Anders gezegd: Met de pet groette Ferdinand de man.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

4. Onduidelijke verwijzing
Peter ging op vakantie met een oud-collega en zijn vrouw.
             Het is niet duidelijk om wiens vrouw het gaat.

Kees sloeg Hans bij de bank, waarna hij wegliep.
            Wie is hij?
            Om welke bank gaat het?

Slide 13 - Diapositive

Karianne zei tegen Daniëlle dat ze haar blonde haren voor de presentatie bruin moest laten verven, omdat dat intelligenter stond.

Hoe zou je deze zin duidelijker kunnen maken?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Waarom is de kop dubbelzinnig?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Op welke manieren kun je deze kop interpreteren?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Kussen met de visboer????

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Is de slager vegetarisch????

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat is er dubbelzinnig aan de poster?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Gaan we bieden op boeren???

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Bedenk eens zelf een ambigue zin.

Slide 28 - Question ouverte

Maken
Startopdracht
Opdracht 1 t/m 5

Blz. 184-185

Slide 29 - Diapositive