2HV H6 Lezen - Tekst en publiek

H6 Lezen 
Tekst en publiek

Doel: Aan het einde van de les kan je bepalen voor welk publiek de tekst is geschreven. 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H6 Lezen 
Tekst en publiek

Doel: Aan het einde van de les kan je bepalen voor welk publiek de tekst is geschreven. 

Slide 1 - Diapositive

Herhaling H5 lezen - wat is kritisch lezen?

Slide 2 - Question ouverte

Voorbeeld 1 
Voorbeeld 2 

Slide 3 - Diapositive

1. Op de vorige dia heb je twee voorbeelden van teksten gezien.

Waaraan kan je zien voor welk publiek de tekst geschreven is?

Slide 4 - Question ouverte

Waaraan kan je zien voor welke lezer, welke doelgroep, een tekst bedoeld is?

Slide 5 - Carte mentale

Theorie lezen H6 
Een schrijver houdt rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij zijn tekstdoel niet.
Je kunt aan vier verschillende dingen zien voor welke lezers, welke doelgroep, een tekst bedoeld is: 
1. Het onderwerp: een tekst over zweefvliegen is voor geïnteresseerden in deze sport. 
2. De bron (publicatieplaats): waarschijnlijk zullen meer meisjes dan jongens in de GIRLZ lezen. Veel tijdschriften en kranten zijn overigens gericht op een algemeen publiek. 
3. Het taalgebruik: voor basisschoolleerlingen gebruik je kortere zinnen dan voor lezers van een wetenschappelijk tijdschrift. Ook de woordkeuze is verschillend. 
4. De lay-out: advertenties of teksten voor jongerenzijn rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren. Tijdschriften voor een hoger opgeleid publiek zijn meestal zakelijker en hebben minder illustraties. 


Slide 6 - Diapositive

Op welk publiek is
de tekst gericht?
A
Jongeren vanaf 12 jaar
B
Volwassenen
C
Kinderen tot 12 jaar
D
Ouderen

Slide 7 - Quiz

Op welk publiek is
de tekst gericht?
A
Jongeren vanaf 12 jaar
B
Volwassenen
C
Kinderen tot 12 jaar
D
Voor een specifiek publiek

Slide 8 - Quiz

Op welk publiek is
de tekst gericht?
A
Jongeren vanaf 12 jaar
B
Volwassenen
C
Kinderen tot 12 jaar
D
Ouderen

Slide 9 - Quiz

Op welk publiek is
de tekst gericht?
A
Jongeren vanaf 12 jaar
B
Volwassenen
C
Kinderen tot 12 jaar
D
Voor een specifiek publiek

Slide 10 - Quiz

Maken opdracht 1, blz. 173
Tekst 1 
Tekst 2 
Tekst 3 
Onderwerp
Bron
Taalgebruik
Lay-out
Publiek
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk opdr. 2 blz. 175

Slide 13 - Diapositive

Nakijken opdr 2

Slide 14 - Diapositive

Nakijken opdr 2

Slide 15 - Diapositive