2V NN6 H5 les 3 kritisch lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

NN6 H5 Kritisch lezen + Quiz theorie H1 t/m H4

Voorwaarden voor deelname aan een online les:

Lesinhoud 

- Leerdoelen en voorkennis activeren

- Instructie; gezamenlijke tekst lezen + aantekeningen maken 

- Zelfstandig verder met de tekst

- Maak de opdracht

- Evaluatie + huiswerkopdracht

Lesdoelen 

- Ik kan met behulp van aantekeningen een tekst beter begrijpen.

- Ik leer kritisch te lezen.

- Ik kan bepalen of een tekst betrouwbaar, objectief en deskundig is (opdracht 7).

H5 opdracht 7 - extra oefening

Geef met een + (wel), een ± (neutraal), of een – (niet) je verwachting aan over de betrouwbaarheid, deskundigheid en objectiviteit van de tekst.

Een artikel op Facebook over verschillende maatregelen die genomen moeten worden tegen het coronavirus.

Geef met een + (wel), een ± (neutraal), of een – (niet) je verwachting aan over de betrouwbaarheid, deskundigheid en objectiviteit van de tekst.

Een interview met een partijvoorzitter van een politieke partij over hoe de economie het best gered kan worden. 

Hoofdstuk 6

Lees de uitleg van lezen H6 'Tekst en publiek' nu door (eventueel lees je met mij mee)

Je krijg hier zo een aantal vragen over.

Tekst en publiek

Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij zijn tekstdoel niet. Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers, welke doelgroep, een tekst bedoeld is:

het onderwerp: Een tekst over zweefvliegen is voor geïnteresseerden in deze sport; een tekst over overwinteren in Spanje na je pensioen is voor ouderen.

de bron (publicatieplaats): Waarschijnlijk zullen meer meisjes dan jongens in de GIRLZ lezen en een tekst in GOAL! is bedoeld voor voetballiefhebbers. Veel tijdschriften en kranten zijn overigens gericht op een algemeen publiek.

het taalgebruik: Een tekst in een basisschoolboek heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een tekst in een wetenschappelijk tijdschrift bevat langere zinnen en heeft een lastiger vocabulaire.

– In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals ‘buddy breathing’, ‘inflator’ en ‘klaren’ in een duikboek.

– Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals ‘strak’ en ‘flex’; ook wordt de lezer met ‘jij’ en ‘jou’ aangesproken.

de lay-out: Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (Quest en Glossy) zijn rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren. Tijdschriften voor een hoger opgeleid publiek (Onze Taal en Didactief) hebben minder illustraties en zijn zakelijker opgemaakt.

https:

H6 lezen, opdracht 1

* Gevraagd wordt om het volgende PER TEKST te noteren: 

Vul het onderwerp, de bron, het taalgebruik, de lay-out en het publiek in.

Waarom wordt deze informatie gevraagd?

Opdracht 1: vul het onderwerp, de bron, het taalgebruik, de lay-out en het publiek in.

Waarom wordt deze informatie gevraagd?

H6, opdracht 2

* Lees de tekst oriënterend: bekijk de tekst (afbeeldingen, tussenkopjes etc.) en lees de eerste alinea.

* Bepaal het onderwerp.

Klaar?

Lees verder. 

Vul zo bij de volgende dia wel het onderwerp in!

Wat is volgens jou het onderwerp van deze tekst?

Tekst lezen

* H6 opdracht 2: 'Komt de Efteling in Russische handen?'

* Lees voor als je aan de beurt bent.

* Probeer aantekeningen te maken in de tekst.

* Stel vragen via de chat.

Klaar? 

Maak de opdrachten die erbij horen. Maak daarna een samenvatting van H1 t/m H6 lezen.

Check lesdoelen 

- Ik kan met behulp van aantekeningen een tekst beter begrijpen.

- Ik leer kritisch te lezen.

- Ik leer kritisch naar mijn antwoord te kijken op open vragen.

Ik kan met behulp van aantekeningen een tekst beter begrijpen.

1. Ja
2. Nee

Ik heb kritisch gelezen.

1. Ja
2. Nee

De volgende vraag is tijdens deze les niet beantwoord:

Geef het hier ook aan als je een extra moment met mij wilt inplannen.

Huiswerk:

-Leer de theorie van H1 t/m H6

-Maak H6 opdr. 1, 2 af + 3, 4